De man verzamelde veertig jaar lang objecten van Napoleon Bonaparte — en nu gaan ze onder de hamer.
Inhoudsopgave
De Fransman Pierre-Jean Chalançon bouwde in ruim veertig jaar een buitengewone verzameling rondom Napoleon Bonaparte op. Wat begon als tienerverliefdheid op geschiedenis, groeide uit tot misschien wel ’s werelds meest indrukwekkende privécollensie over deze iconische keizer.
Onder zijn absolute pronkstukken vallen: de ring die Napoleon tijdens zijn kroning droeg (Chalançon wiebelt hem nu af en toe om zijn pink), het originele huwelijkscertificaat met Joséphine, een van keizers beroemde bicorne-hoeden en het allereerste officiële staatsportret van Napoleon.
Maar na decennia speuren, tentoonstellen en verzamelen besloot Chalançon een deel van zijn schatten te veilen in Parijs. Redenen? Erfkwesties, persoonlijke ervaringen — en, tja, ook de financiële druk waar zelfs een miljonair niet altijd aan ontsnapt.
Wie is Pierre-Jean Chalançon?
Pierre-Jean Chalançon werd op 23 juni 1970 geboren in Rueil-Malmaison, aan de rand van Parijs. U kent hem misschien van televisie of uit de bladen, maar eerst en vooral is hij verzamelaar pur sang – en een opvallende persoonlijkheid binnen de Franse cultuurwereld.
Zijn fascinatie voor Napoleon begon al op jonge leeftijd, wat al snel leidde tot een tomeloze verzamelwoede. In zijn collectie vindt u manuscripten, brieven, antiek meubilair, juwelen en zelfs een pluk haar van de keizer zelf.
Naast zijn privé-activiteiten runt hij het bedrijf Chalançon Empire — dé hotspot voor aankoop, verkoop en advies rond voorwerpen uit de Napoleontische tijd. Zijn flamboyante reputatie kreeg in Frankrijk ook een boost door zijn tv-optredens, vooral in het populaire programma “Affaire Conclue”, waar hij bekend stond om zijn bonte overhemden en ongefilterde meningen.
Overigens, zijn publieke imago was zelden onomstreden. Chalançon werd bekritiseerd om zijn contacten met figuren van extreemrechts. Tijdens de pandemie raakte hij verwikkeld in een schandaal rond geheime diners — niet ideaal als je wilt doorgaan als de charmante expert voor het grote publiek. Dit soort affaires kostten hem zijn plek op tv en deden ook zijn aanzien in de Franse kunstwereld geen goed.
Na een paar pittige jaren van financiële zorgen was de veiling bijna onvermijdelijk. Toch denkt Chalançon niet aan stoppen: hij blijft een van de kleurrijkste — én meest omstreden — verzamelaars van Frankrijk. Die balans tussen erfgoed en mediacircus blijft fascinerend.
Zijn unieke Napoleon-collectie
In totaal verzamelde Chalançon meer dan 1000 objecten: van militaire memorabilia tot keizerlijke curiosa. In juni 2025 liet hij een tijdperk los door een groot deel van zijn collectie bij Sotheby’s Parijs te laten veilen. De totale opbrengst bedroeg maar liefst 8,7 miljoen euro (iets meer dan 9,6 miljoen dollar) — ver boven de geschatte 6 miljoen die experts op voorhand hadden verwacht. U had de bus naar Parijs kunnen nemen, maar de meeste kavels gingen toch naar internationale verzamelaars en musea.
De belangrijkste topstukken uit de veiling
- Napoleons bicorne-hoed – Hét iconische hoofddeksel uit zijn keizerlijke dagen, geveild voor bijna het verwachte maximum: schatting 500.000 tot 800.000 euro.
- Gouden ring met diamanten – Dit juweel, ooit cadeau gedaan door Napoleon aan Hans de Bruyère in 1811, werd vervaardigd door hofjuwelier Marc-Étienne Nito en leverde 200.000 tot 300.000 euro op.
- Staatsportret van Napoleon – Een schilderij in vol ornaat, verkocht voor 863.600 euro. Ruim boven verwachting — het bewijs dat Napoleons mythe nog lang niet is uitgewerkt.
- De keizerlijke troon – Een vergulde houten stoel uit het hof, ging voor 406.400 euro van de hand.
- Persoonlijke kledingstukken van Napoleon – Onder meer zijn sokken, een lang hemd, onderbroek en een witte zijden das — een set die voor 133.350 euro onder de hamer kwam, ondanks lichte verkleuring.
Ondanks (of misschien dankzij) de veiling, wil Chalançon vooral dat deze objecten nieuwe generaties blijven inspireren. Hopelijk vinden ze nu plekken waar niet alleen elite, maar juist het brede publiek ze kan bewonderen. Zijn levenswerk leeft, in onze musea — en in het collectieve geheugen.