Recente astronomische voorspellingen houden de wetenschap behoorlijk wakker — de nieuwste baananalyses geven namelijk aan dat de kans op een botsing tussen een asteroïde en onze maan in 2032 aanzienlijk is gestegen. Voor de aarde levert dit geen direct gevaar op, maar het nieuws wakkert weer een urgente discussie aan over hoe kwetsbaar ons zonnestelsel is voor ruimteschroot van bescheiden formaat.
Inhoudsopgave
Logisch dat ESA, het KNMI en zelfs een paar Delftse studenten al brainstormen hoe we zo’n gebeurtenis wetenschappelijk optimaal kunnen benutten. Wie weet levert het beeldmateriaal waar ruimtefans in Hilversum nu al over dromen.
Hoe groot is de kans op een botsing met de maan in 2032?
De hoofdrolspeler in dit verhaal: asteroïde 2024 YR4. Begin 2024 ontdekt, met een geschatte diameter van 53 tot 67 meter — ongeveer trouwens zo groot als de beruchte Toengoeska-meteoriet uit 1908.
Die Toengoeska-krater, ergens verdwaald in het Siberische landschap, veegde duizenden vierkante kilometers bos weg zonder een zichtbare inslagkuil achter te laten. In dit geval zijn de ogen van de wetenschap niet op de aarde, maar op onze trouwe grijze metgezel gericht.
Vlak na de ontdekking werd de kans dat 2024 YR4 überhaupt de aarde zou raken, op 3,1% geschat — reden voor NASA, ESA én JPL om de baan nauwlettend te volgen.
Nieuwe waarnemingen met de James Webb-ruimtetelescoop in mei 2025 hebben de kans op een inslag op aarde echter praktisch tot nul teruggebracht.
Alleen de baan ten opzichte van de maan laat nu verhoogde aandacht vragen: voor 22 december 2032 wordt de kans op inslag berekend op 4,3%. Dat is astronomisch gezien allesbehalve verwaarloosbaar — reden genoeg voor continue monitoring en scherpe analyses.
Wat gebeurt er als een asteroïde de maan treft?
Zelfs als de asteroïde daadwerkelijk inslaat, hoeft u niet te vrezen voor dramatische gevolgen op aarde. De maan zal in haar baan – en haar invloed op onze getijden – nauwelijks uit balans raken. Toch levert zo’n botsing fascinerende wetenschappelijke kansen op:
- Bestaande inzichten in kratervorming kunnen “in het echt” worden getest.
- Mogelijk komt oud maandmateriaal aan het oppervlak, wat al miljoenen jaren verstopt zat.
- De verspreiding van brokstukken in het luchtledige lunaire milieu kan nauwkeurig worden geobserveerd.
Informatie over verse inslagen geeft belangrijke aanwijzingen over het ontstaan en de evolutie van ons zonnestelsel. Realtime-beelden van een echte botsing — tot nu toe moest alles uit computersimulaties of studie van fossiele kraters komen — zou echt uniek zijn.
Gebeurt dit vaker in de astronomie?
Deze dreigde gebeurtenis staat niet op zichzelf. In 2022 stuurde NASA met de DART-missie een ruimtesonde op asteroïde Dimorphos af, om diens baan doelbewust te veranderen. Het bleek technisch mogelijk, al zagen experts direct waar de huidige grenzen van onze technologie liggen.
Met 2024 YR4 ontstaat opnieuw een waardevolle kans: het object passeert ons relatief dichtbij en zal de komende jaren op verschillende momenten perfect te volgen zijn.
Zo wordt december 2028 een spannend moment: dan kruist de asteroïde opnieuw de baan van de maan en kunnen Nederlandse waarnemers — mits bewolking meewerkt — hopelijk hun eigen metingen doen.
Waarom is nauwkeurige asteroïdenbewaking zo belangrijk?
Dat deze botsing geen gevaar oplevert voor Haarlem, Groningen of Maastricht, doet niets af aan het belang van scherpe monitoring. De banen van ruimteobjecten veranderen voortdurend, onder meer door zwaartekrachtsinvloeden en het zogeheten Yarkovsky-effect waarbij thermische straling stiekem de baan verandert.
Wetenschappers hameren in 2025 dan ook dan ook op uitbreiding van detectiecapaciteit. De geplande NEO Surveyor (2027) zal — zo hoopt men — een nieuwe generatie ruimtedetectie naar West-Europese universiteiten en onderzoeksinstituten brengen.
Ook is er discussie over investeringen in grondstations én een mogelijke herstart van de beroemde Arecibo-radar, voor nog scherper lokaal meten van naderende objecten.
Elke nieuwe waarneming helpt niet alleen de inschattingsmodellen van 2024 YR4 te verbeteren, maar beperkt ook de onzekerheid rond andere potentieel gevaarlijke ruimtekeien.
Vooral voor toekomstdromen zoals permanente maanbases zijn botsingen ineens interessant: een verse krater kan waardevolle stoffen blootleggen, nuttig voor missies van ESA of bedrijven als Airbus Defence & Space. Er worden alweer plannen gesmeed voor waarnemingsmissies in samenwerking met Europese en Japanse ruimteagentschappen.
Mogelijk wordt de nieuwe krater de komende jaren met een eenvoudige amateurtelescoop zichtbaar vanuit de polder (al hangt dat van de ligging op de maan af). De vrijkomende energie zal veel vertellen over de chemische samenstelling van de maankorst.
Al met al: de monitoring van asteroïde 2024 YR4 draait niet enkel om veiligheid. Het levert ook nieuwe kennis over geologische processen, baandynamica en de enorme krachten die ons zonnestelsel vormen. Tijd dus om die oude sterrenkaart weer eens van zolder te halen!