Het Congres en de afwijzing van fiscale steunmaatregelen
Op een recent congres heeft de Kamer gestemd over een wetsvoorstel van de Partido Popular (PP) dat gericht was op het bieden van fiscale hulp om de productiekosten in de landbouwsector te verlichten. Het voorstel stuitte op afkeuring van de partijen PSOE, Sumar en andere linkerfracties, waardoor het niet werd aangenomen. Hoewel het steun kreeg van Junts en UPN, stemde Vox zich onthoudend en het voorstel kwam niet tot uitvoer.
Het wetsvoorstel beoogde het Spaanse voedingssector te positioneren als een strategisch essentieel onderdeel van de economie. Dit zou gerealiseerd worden door een breed pakket fiscale maatregelen, waaronder het toepassen van het minimumtarief van de belasting op energie en aankopen van producenten voor landbouw-, veeteelt- en bosbouwactiviteiten.
Debat over de sector en politieke standpunten
Tijdens het debat ontstond er een felle discussie tussen Vox en PP over de situatie in de primaire sector. Santiago Abascal’s partij riep de PP op om de boeren met rust te laten door niet te interveniëren via Brussel, maar de PP stelde Vox daarnet publiekelijk als populistisch.
Javier José Folch, de woordvoerder van het PP in de commissie Landbouw, bekritiseerde Vox vanwege hun houding ten opzichte van de primaire sector. Hij stelde dat Vox in de regionale regeringen samen met de PP wel iets had kunnen doen voor de sector, maar dat zij altijd wegliepen om populistische kritiek te leveren.
Folch beschuldigde Vox ervan liever in de oppositie te zitten en stil te staan bij kritiek zonder verantwoordelijkheid te nemen voor de beleidsvoering.
Ignacio Hoces, afgevaardigde van Vox, reageerde op deze beschuldigingen door aan te geven dat het PP een wet voor de primaire sector voorstelde, terwijl het in Brussel samenwerkt met de PSOE aan beleid dat volgens hem beperkende en milieugeoriënteerde verplichtingen oplegt die Spaanse boeren benadelen. Hij benadrukte dat Spaanse producenten onder ongunstige regels moeten werken, terwijl buitenlandse producenten zonder zulke restricties kunnen opereren.
Standpunt van de PSOE en de linkse partijen
Trinidad Carmen Argota, vertegenwoordiger van de PSOE, verklaarde dat haar partij tegen het wetsvoorstel is omdat het volgens haar geen nieuwe instrumenten biedt, te laat is en bestaande maatregelen dupliceert. Ze beoordeelde het voorstel bovendien als puur provocatief en niet als een daadwerkelijke oplossing voor de problemen binnen de sector en de voedselketen.
Toni Valero van Sumar gaf aan dat de wet geen duidelijkheid schept voor boeren of consumenten en enkel ideologieën bevat die de markt willen beïnvloeden. Hij waarschuwde dat de aanpak belooft op gebied van waterbeschikbaarheid, maar in werkelijkheid de situatie zou kunnen verergeren en de waterveiligheid ondermijnen.
Daarnaast noemde Mikel Otero van Bildu de wet een ideologisch voorstel dat weinig waarde heeft, terwijl Teresa Jordá van ERC het voorstel afkeurden omdat het geen verplichtingen aangaat of middelen toewijst en slechts een declaratief kader vormt. Martina Velarde van Podemos bekritiseerde de inconsistentie van PP, dat zichzelf voordoet als verdediger van de primaire sector terwijl de regeringen onder haar controle territoria promoten die worden gekenmerkt door grootschalige intensieve veeteelt.
De positie van de PNV en zorgen over centralisme
De PNV vertegenwoordiger Joseba Andoni Agirretxea uitte enkele positieve elementen in de voorgestelde wet, zoals het invoeren van vroegtijdige waarschuwingssystemen, het verlagen van de belasting op inputmaterialen en het stimuleren van boeren naar de koolstofmarkt. Echter, hij waarschuwde dat de wet te centralistisch van aard is doordat zij teruggrijpt op artikel 149.1 van de Spaanse Grondwet, dat bedoeld is voor economische planning op staatsniveau.
Isidre Gavín, afgevaardigde van Junts, uitte kritiek op de wetsvoorstel omdat hij het te algemeen vond en niet voldoende concreet was. Hij stelde dat de alternatieven onder de leiding van Feijóo slechts geleid worden door een regering die de macht in de Europese Unie probeert te vergroten, terwijl het Ministerie van Landbouw volgens hem weinig concrete maatregelen neemt om problemen effectief aan te pakken.
