De standpunten van politieke vertegenwoordigers over juridische kwesties
Gabriel Rufián, de woordvoerder van de Esquerra Republicana (ERC) in het Congres, stelt dat het onverenigbaar is dat José Luis Ábalos, voormalig minister van de Socialistiese Partij, zijn zetel blijft innemen in de Groep Gemengd terwijl hij voorlopige hechtenis ondergaat. Volgens Rufián is het “vrij moeilijk” om te blijven vertegenwoordigen vanuit de gevangenis en benadrukte hij dit tijdens een sessie in het congresgebouw.
De huidige stand van de zaak en de politieke implicaties
Rufián benadrukt dat de zogenoemde ‘zaak Koldo’ nog steeds voornamelijk bestaat uit “een trio dat steelt”, ongeacht de publieke belangstelling en de opgenomen gesprekken over de zaak. Hij voegde eraan toe dat Ábalos niet de eerste politicus is die achter de tralies terechtkomt, aangezien in de gevangenis van Soto del Real tot nu toe 88 mensen werden opgesloten, waarvan 87 van de Partido Popular (PP) en slechts één van de Partij van de Arbeid (PSOE).
De situatie zou mogelijk wijzigen als het gerechtelijk onderzoek uitbreidt en een illegale financieringsnetwerk van de partij aan het licht brengt, wat de zogenaamde ‘Gürtel van de PSOE’ genoemd wordt. Een dergelijke ontdekking zou de positie van ERC kunnen veranderen.
De invloed van het aantal parlementariërs op de besluitvorming
Verder werd aan Rufián gevraagd of hij voorstelt om de meerderheid in het parlement te verlagen, gezien het feit dat er 349 in plaats van 350 afgevaardigden zullen zijn. Hij antwoordde dat dit niet nodig is. Momenteel vereist het aannemen van een organische wet een absolute meerderheid van 176 stemmen. Zonder Ábalos zouden de helft plus één stemmen 175,5 zijn, wat in de praktijk nog steeds neerkomt op 176 stemmen.
De regelgeving en de automatische sancties bij juridische procedures
Het congres plant om automatisch de regels toe te passen die bepalen dat de rechten en het gebruik van ambt worden opgeschort voor Ábalos, nadat het Hof van Justitie heeft besloten hem naar de gevangenis te sturen gedurende de voorlopige hechtenisperiode.
