U verwacht tijdens een gezellige wandeling misschien hooguit een mooie foto of een bijzondere steen – niet een vondst die de geschiedenisboeken in gaat. Toch is het precies dát wat zeven vrienden uit Utrecht dit voorjaar meemaakten in het glooiende landschap van Zuidwest-Engeland: ze vonden een middeleeuwse muntschat met een waarde van ruim 5 miljoen euro.
Hoe een gewone dag plotseling historisch werd
Het begon nog heel simpel. Gewapend met een metaaldetector – die ze voor een prikje via Marktplaats hadden gestrikt – struinden Lisa, Adam en hun vrienden door de natte velden van Chew Valley. Plots klonk er een scherpe piep: bingo. Wat volgde, grenst aan het onwaarschijnlijke: meer dan 2500 zilveren munten, netjes samen in de aarde opgeborgen, eeuwenlang onaangeroerd.
De collectie bleek een officiële naam te krijgen: de Chew Valley-schat. Van alle Engelse schatten die de afgelopen decennia opdoken, is deze misschien wel het meest bijzonder. Want: de munten stammen uit de tijd van de Normandische verovering en zijn ouder dan het Utrechtse stadhuis, om maar iets te noemen.
Unieke munten en een goudstaaf met een verhaal
Onder de 2584 zilveren munten vonden de experts munten met portretten van Harold II (de allerlaatste Saksische koning), Willem de Veroveraar en zelfs één zeldzame munt met koning Edward de Belijder. Niet alleen muntverzamelaars in Nederland sprongen een gat in de lucht – ook in Engeland werden ze als ‘uniek’ bestempeld.
Pikant detail: naast de zilvervondst doken de vrienden ook nog een goudstaaf op die, naar verluidt, ooit bestemd was voor verzending naar India maar werd onderschept wegens verdachte goudwinning. Soms overtreft het echte leven Netflix.
Van weiland naar museum – wat gebeurt er met zo’n schat?
Volgens de Britse ‘Treasure Act’ uit 1996 zijn vinders verplicht hun vondst aan te geven bij de lokale overheid. Zo komt het dat het South West Heritage Trust, een Engelse erfgoedstichting (denk aan onze Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, maar dan iets ruiger), de schat kon aankopen. Met flink wat subsidie uit zowel publieke als private potjes – vergelijkbaar met, zeg, de Nationale Postcode Loterij en het Prins Bernhard Cultuurfonds – kwam de vijf miljoen euro bij elkaar.
- De schat wordt eerst tentoongesteld in het British Museum in Londen;
- Daarna reist de collectie langs musea in heel Groot-Brittannië;
- Uiteindelijk krijgt het een vaste plek in het Somerset Museum.
Waarom is deze vondst zo belangrijk?
Sam Astill, directeur van het erfgoedfonds, noemde de ontdekking “een keerpunt in de Engelse geschiedenis”. De munten waren waarschijnlijk in het geheim begraven rond 1066 – een periode van politieke chaos en oorlog. Door ze nu publiek te maken, worden ze niet alleen veiliggesteld voor latere generaties, maar krijgt ieder van ons de kans een stukje tastbare geschiedenis te bewonderen.
Veel Nederlandse verzamelaars hopen dat bij een tijdelijke expositie óók een uitstapje naar bijvoorbeeld het Rijksmuseum in Amsterdam mogelijk wordt. U kunt het zelf in de gaten houden als u eens naar Engeland reist – of zélf met de metaaldetector op pad in bijvoorbeeld Noord-Holland, waar ook nog genoeg verborgen schatten te vinden zijn.
Praktisch: wat moet u doen als u zelf zo’n vondst doet?
- Leg uw vondst nooit meteen op sociale media – eerst melden bij de gemeente (of Erfgoedwet-meldpunt);
- Verzamel foto’s en noteer GPS-coördinaten van de plek;
- Breng indien nodig experts van het Geldmuseum of een archeologisch bureau op de hoogte;
- En wie weet – over een jaar leest heel Nederland over úw ontdekking! één tikfoutje: behalve als u koffie morst op het contract.
Tot slot: wie had gedacht dat een spontane wandeling zó uit de hand kon lopen? Misschien vanavond maar eens aan de wandel in het Amsterdamse Bos.