De aankondiging en omvang van de maatregelen
Telefónica heeft voorgesteld om een collectieve ontslagregeling (ERE) te implementeren die zich uitstrekt over drie van haar belangrijkste bedrijfsonderdelen. Het betreft in totaal 5.319 werknemers verspreid over de dochterondernemingen die onder het samenwerkingsakkoord van het bedrijf vallen, evenals de afdeling Movistar+. Volgens de informatie verstrekt door de vakbonden, werden de drie geplande maatregelen gebaseerd op organisatorische, technische en productiekritieke redenen, met een totale impact op 5.040 medewerkers.
Verdeling van de betroffen werknemers
De juridische documenten die door Telefónica aan de vakbonden zijn overhandigd, tonen dat de ERE’s onderverdeling omvat:
- 3.649 werknemers bij Telefónica Spanje, wat overeenkomt met 41,04% van de totale personeelsbestand van 8.892;
- 1.124 werknemers bij Telefónica Móviles, dat 31,34% vertegenwoordigt van de 3.587 werknemers;
- 267 werknemers bij Telefónica Soluciones, goed voor 23,89% van een totaal van 1.118 werknemers.
Daarnaast is er ook een onderhandelingstafel opgericht voor Movistar+, waar de voorgestelde ontslagen betrekking hebben op 279 medewerkers, wat 32,45% van de totale personeelsbestand van 860 vertegenwoordigt.
Vakbondseisen en nadere voorwaarden
De vakbond UGT heeft geëist dat de maatregelen uitsluitend op vrijwillige basis worden genomen, bijvoorbeeld via vervroegde pensionering, en dat deze aanpak in overeenstemming is met het vastgestelde protocol van de ERE van 2024. Volgens UGT zal het moeilijk zijn om tot een akkoord te komen zonder dat de onderhandelingen over de verlenging van het huidige samenwerkingsakkoord (CEV) tot 2030 vorderen. De vakbond benadrukte dat een dergelijke verlenging de garanties en arbeidsvoorwaarden zou kunnen verbeteren voor het personeel dat de uitdagingen van het door het bedrijf gepresenteerde strategisch plan moet aangaan.
De rol van andere vakbonden en toekomstige aankondigingen
CCOO deelt een vergelijkbare visie en pleit voor een vrijwillig proces, dat aansluit bij pensionering en goede economische en sociale voorwaarden. Het bedrijf zal op 25 november verdere details bekendmaken over de ontslagrondes in andere bedrijfsonderdelen van de groep, waaronder Telefónica S.A., Telefónica Global Solutions en Telefónica Digital Innovation.
Historisch overzicht van eerdere ontslagprocedures
Het meest recente ERE door Telefónica resulteerde in het vertrek van 3.420 werknemers, wat aanzienlijk lager is dan de 5.124 geplande ontslagen bij het begin van de onderhandelingen. Dit gebeurde in januari 2024. De kosten van dat ontslagprogramma bedroegen ongeveer 1.300 miljoen euro, vóór belastingen, gemiddeld ongeveer 380.000 euro per medewerker, een bedrag dat lager was dan in vergelijkbare trajecten in voorgaande jaren. Voorts wordt het jaarlijkse besparingspotentieel voor het bedrijf geschat op circa 285 miljoen euro.
Strategische plannen voor kostenbesparing en toekomstgerichte arbeidsvoordelen
Het nieuwe ERE is onderdeel van een strategisch plan dat deze maand werd gepresenteerd. Daarin werd een kostenbesparing van ongeveer 3 miljard euro doorgevoerd tot 2030, met een tussenstop van 2,3 miljard euro in 2028, inclusief personeelsgerelateerde uitgaven. Tijdens de presentatie benadrukte de CEO van Telefónica, Emilio Gayo, dat alle besparingen haalbaar en in overleg met de werknemersvertegenwoordigers zullen worden gerealiseerd. De plannen voorzien dat het akkoord over de verlenging van het CEV waarschijnlijk voor het einde van het huidige boekjaar wordt afgesloten of uiterlijk begin 2026, zodat de impact niet op de financiële rapporten van het volgende jaar beïnvloedt.
Overheidspositie en nadruk op consensus
De minister voor Digitalisering en Overheidsdienst Óscar López heeft vorige week laten weten dat het gebruik van overleg en consensus bij dergelijke ingrijpende maatregelen essentieel is. Hij benadrukte dat de regering zich zal inzetten dat alle veranderingen altijd in overeenstemming met de vakbonden plaatsvinden. Hetzij via formele onderhandelingen, hetzij via andere procedures. De Overheid bezit via de Sociedad Estatal de Participaciones Industriales (SEPI) 10% van Telefónica, wat bijdraagt aan haar invloed op strategisch vlak.
