Tartessos: het mysterieuze volk van Zuid-Spanje met een link naar Atlantis

Tot voor kort was de Tartessische beschaving uit Andalusië en Extremadura gehuld in raadselen. Nieuwe ontdekkingen werpen licht op hun verleden – en op de mogelijke band met mythes rond Atlantis.

Spread the love

Nog geen halve eeuw geleden was de beschaving Tartessos – ooit gevestigd in wat nu Andalusië en Extremadura is – gehuld in diepe mystiek. Vandaag weten we dankzij vondsten en analyses véél meer over deze samenleving die eeuwenlang het zuiden van Spanje kleur gaf. Maar met elk antwoord ontstaan er weer nieuwe vragen. Stap met mij in de fascinerende wereld van Tartessos, waar feit en mythe soms amper van elkaar te onderscheiden zijn.

Wie waren de Tartessiërs?

Tartessos bloeide al tijdens de bronstijd op het Iberisch Schiereiland, ruimschoots vóór de komst van de Romeinen. De oudste geschriften over deze samenleving dateren uit de 6e eeuw v.Chr. Waar deze mensen vandaan kwamen is één groot vraagteken – sommige theorieën wijzen op lokale wortels, anderen zien invloed uit het Midden-Oosten of zelfs verwantschap met de raadselachtige ‘Zeevolken’, die rond de Middellandse Zee opdoken.

De oude Grieken schreven al over Tartessos. Herodotus en Strabo repten over vruchtbare gronden langs een brede rivier, rijk aan edelmetalen. De regio gold als het legendarische Hesperiden – de tuin waar nimfen gouden appels bewaakten, die volgens de mythe door Hercules werden gestolen.

Atlantis, Hercules en meer: mythen rond Tartessos

Ook Romeinse auteurs als Plinius de Oudere beschreven Tartessos, al bleef de exacte locatie vaag. Zij plaatsen de beschaving rond Gadir – het huidige Cádiz – waar Hercules reuzen zou hebben verslagen. En dan is er Plato, die Atlantis achter de Zuilen van Hercules (bij Gibraltar) plaatste. Sommige onderzoekers denken daardoor dat Plato misschien wel op Zuid-Spanje doelde. De moerassige monding van onder andere de Guadalete-rivier komt opvallend dicht in de buurt van Platons beschrijving.

Volgens Plato was Atlantis een machtig rijk dat door hoogmoed en corruptie in één nacht werd vernietigd. Het verdwijnen van heel Tartessos lijkt verdacht veel op die mythe, al is er waarschijnlijk een prozaïscher reden: deze cultuur had nauwelijks een eigen schrift, waardoor hun stem alleen hoorbaar is via Griekse, Romeinse en Fenicische bronnen.

De sleutelrol van de Feniciërs

De Feniciërs – afkomstig uit het huidige Libanon – vestigden zich rond 1200 v.Chr. op tientallen plekken langs de Middellandse Zeekust. Met handelswaar als drijvende kracht bouwden ze zelfs steden als Gádir (het latere Cádiz) en Malaka (Málaga). Cádiz zelf, gesticht in 1100 v.Chr., wordt vandaag erkend als één van Europa’s oudste, onafgebroken bewoonde steden.

  • Feniciërs zochten niet alleen deals, maar ook strategische versterking. Volgens Plinius de Oudere raadpleegden zij orakels – en lieten dierenoffers inspecteren voor ze zich vestigden.
  • Archeologische vondsten tonen: Tartessische schatten bevatten Fenicisch goudwerk, wapens en zelfs godinnensymbolen zoals Tanit (vgl. locaties als Extremadura).

Cádiz en zijn netwerk van Fenicische handelscontacten waren dus cruciaal voor de bloei van Tartessos. Je vindt hun invloeden terug in lokale kunst, religie én metaalbewerking – bepaald geen detail als je bedenkt hoeveel aandacht de Grieken en Romeinen juist daarvoor hadden.

De zoektocht naar Tartessos: van Schulten tot nu

De Duitser Adolf Schulten was begin vorige eeuw een pionier: In 1922 startte hij grootschalige opgravingen in de Guadalquivir-vallei, overtuigd dat Tartessos rondom Cádiz te vinden was. Zijn speurtocht, geïnspireerd op antieke geografen, leidde tot vondsten van luxevoorwerpen, gereedschap en aardewerk – verrassend verweven met Fenicische invloeden. Precieze locaties? Die bleven een raadsel. Maar zijn werk was het startschot voor generaties Spaanse wetenschappers.

Sindsdien zijn er verschillende spectaculaire ontdekkingen gedaan:

  • De beroemde Aliseda-schat in 1920 (tikkeltje verwarrend qua jaartal – ze vonden hem eerder dan Schulten startte, typisch Spaans toeval).
  • In 1958 de schat van El Carambolo, vlakbij Sevilla – alles blinkend van het goud.
  • In 2015 nog: Kancho Roano en Casas del Turrónuelo. Daar wordt trouwens anno 2025 nog steeds actief opgegraven, wat geregeld nieuws haalt bij RTVE of El País.

Feit blijft: met elke opgraving krijgen we een boeiender beeld van Tartessos, maar het is nog altijd niet compleet. Er zijn zelfs Nederlandse archeologen die in samenwerking met de Universiteit van Sevilla onderzoek doen naar de sociale structuur van deze raadselachtige cultuur. Misschien komt er, tussen de tapastentjes van Cádiz en de olijfvelden van Extremadura, binnenkort nog zo’n ‘wow’-vondst…

Wat betekent dit voor u?

Kort samengevat: Tartessos wás geen sprookje, maar een invloedrijke beschaving die Zuid-Spanje blijvend heeft gevormd. Raakt u ooit in Andalusië? Kijk dan verder dan de palmbomen – elke heuvel kan een stukje Tartessische geschiedenis verbergen.

Wil je meer ontdekken? Lokale musea als het Museo Arqueológico Provincial de Cádiz of het Museo de Huelva hebben schitterende Tartessische stukken in hun collectie. Of trek gewoon de natuur in, richting de riviermondingen – wie weet doe jij wel onverwacht een kleine vondst. vergeet je picknick niet!

Spread the love