Romeinse golfbreker ontdekt bij Misano-baai: wat vertelt deze vondst over het maritieme vernuft van de oudheid?

Archeologen vonden voor de kust van Bacoli (Zuid-Italië) een antieke Romeinse golfbreker van gerecyclede materialen. De vondst werpt licht op innovatieve maritieme bouwkunst uit het Romeinse rijk.

Spread the love

Duikoperaties voor de kust bij Bacoli, in het zuiden van Italië, hebben geleid tot een spectaculaire vondst: een antieke Romeinse golfbreker, gebouwd van gerecyclede materialen. Dit bijzondere staaltje ingenieurswerk biedt een unieke blik op hoe de Romeinen de zee trotseerden — met verrassende parallellen met hedendaagse waterbouw in Nederland.

Vondst uit het tijdperk van Plinius de Oudere

Onder het water van de antieke haven van Misenum, bij het huidige Bacoli (vlakbij Napels), hebben archeologen van het Soprintendenza Archeologica di Napoli de afgelopen maanden tal van Romeinse artefacten opgegraven. Wat bleek? Dit waren onderdelen van een ouderwetse golfbreker, ooit onderdeel van de prestigieuze marinehaven Portus Julius, waar het illustere Classis Misenensis — de elitevloot van het Romeinse Rijk — was gestationeerd.

Leuk detail: deze vloot stond in 79 n.Chr. onder leiding van niemand minder dan Plinius de Oudere. Tijdens de uitbarsting van de Vesuvius stuurde hij zijn schepen uit om inwoners van het bedreigde Pompeï en Stabiae te redden. In de annalen van de oudheid zijn dit verhalen waar je grijze haren van krijgt.

Hoe diep ligt deze verborgen Romeinse infrastructuur?

De golfbreker strekt zich uit over een traject van bijna 90 meter, tussen Punta Terno en Punta Penna. Eerder werden in de buurt al brokstukken aangetroffen — beeldhouwwerken, inscripties, zuilen — maar pas sinds 1996 is het archeologisch belang echt duidelijk geworden. Veel van die objecten zijn nu tentoongesteld in het archeologisch museum van de Flegreïsche velden in Baia. Mocht u daar komende zomer heen gaan: aanrader.

Een golfbreker avant la lettre

Volgens deskundigen zijn de resten niet het gevolg van instortingen of aardbevingen (bradyseismiek), maar doelbewust door mensen neergelegd. De hypothese is dat de brokstukken in zee werden geplaatst als een beschermende barrière tegen de allesverwoestende sirocco — net zoals Nederlanders hun dijken bouwen tegen de stormen uit het zuidwesten. Niet voor niets staat waterbeheer hier op de TU Delft zelfs in 2025 nog steeds hoog op de studie-ambitielijst.

Simona Formola, de verantwoordelijke onderwaterarcheologe, legt uit hoe de erosiesporen van zogenaamde ‘lithodomen’ (zeeboorwormen) aantonen dat deze fragmenten vóór het terugplaatsen al tijden blootlagen aan de natuurelementen. Vervolgens zijn ze heel systematisch in zee gelegd om het achterliggende land te behoeden voor de grillen van de sirocco. Kwestie van Romeins pragmatisme met een vleugje design.

Unieke technieken bij het onderzoek

Bij het opgraven hebben de archeologen gebruik gemaakt van 3D-scanning, fotogrammetrie met hoge resolutie én hyperspectrale beeldvorming (dat laatste klinkt als uit een sciencefictionroman, maar ze doen het gewoon in Italië). Zo is de locatie tot op de millimeter in kaart gebracht. Tot de mooiste vondsten behoren twee marmeren architraafstukken met elegant reliëfwerk en een fragment van een zuil van het beroemde Cipollino-marmer — die met ballonnen (!) naar boven werd gehaald.

Na het bergen worden de objecten zorgvuldig ontzilt en gerestaureerd in het Borbonico del Fusaro-park. Daarna krijgen de stukken een vaste plek in de permanente expositie van het historische Palazzo dell’Ostricina — een charmant gebouw dat door de gemeente Bacoli werd geschonken. Typisch zo’n plek waar je lokaal een goede espresso drinkt.

Waarom deze vondst de boeken ingaat

“Deze vondsten zijn niet alleen waardevol voor ons inzicht in de antieke stadsstructuur van Misenum, maar tonen ook het politieke en culturele gewicht van deze plek aan in het oude Middellandse Zeegebied,” benadrukt Mariano Nuzzo van de Napolitaanse erfgoeddienst. Het interessante is dat de Romeinen zich lieten inspireren door Hellenistische technieken en schoonheid combineerden met praktische waterbouwkunde — een traditie waar we in Nederland nog jaren op mogen teren.

Wat mij bijbleef: deze vondst toont aan hoe belangrijk de samenwerking is tussen archeologie, erfgoedbescherming en technologie. Dankzij die kruisbestuiving wordt niet alleen het verleden zichtbaar, maar leren we ook hoe we onze eigen dijken kunnen blijven verbeteren — een vaag geruststellend idee anno 2025, als je het mij vraagt.

Spread the love