Overeenkomst tussen het Europees Parlement en de Raad
Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie hebben een overeenkomst bereikt om de duurzaamheids- en diligence-verplichtingen voor bedrijven te verminderen. Deze verplichtingen nieuwe eisen dat ondernemingen de milieu-impact van hun activiteiten rapporteren, maar de nieuwe afspraken moeten de competitiviteit vergroten en de administratieve lasten verlichten.
Toelichting van de EU-onderhandelaars
Morten Bodskov, de Deense minister van Industrie, Handel en Financiële Zaken, gaf aan dat met deze nieuwe normen een grote en belangrijke stap wordt gezet in de juiste richting. Hij benadrukte dat heldere en eenvoudige regelgeving ondernemingen in staat stelt zich te concentreren op hun kernactiviteiten. Het doel is een betere prijs-kwaliteitverhouding te realiseren tijdens de groene transitie, werkgelegenheid binnen Europa te stimuleren en de capaciteit van bedrijven voor groei en investeringen te versterken.
Impact op rapportageverplichtingen voor bedrijven
Volgens de afspraken uit het zogenaamde Omnibus I-pakket, dat is voorgesteld door de Europese Commissie, zijn de rapportageverplichtingen beperkt tot de grootste ondernemingen. Alleen grote bedrijven met meer dan 1.000 werknemers en een jaarlijkse omzet van meer dan 450 miljoen euro moeten voortaan gedetailleerde rapportages over sociale en milieueffecten indienen. Dit betekent een wijziging ten opzichte van de vorige grens van 250 medewerkers.
Vrijstelling voor kleinere bedrijven en ondersteuning
Kleinere bedrijven krijgen de mogelijkheid om informatieverzoeken te weigeren die zij als excessief beschouwen, om onnodige bureaucratische lasten te voorkomen. Daarnaast zal de Europese Commissie een digitaal portaal opzetten met sjablonen en richtlijnen om het nalevingproces te ondersteunen.
Beperkingen op het toezicht op risico’s in toeleverketens
De nieuwe regels beperken ook de verplichting van grote ondernemingen om mogelijke sociale en milieuproblemen in hun toeleverketens te monitoren. Alleen bedrijven met meer dan 5.000 werknemers en een omzet van over 1,5 miljard euro worden verplicht om dergelijke controles uit te voeren. Deze normen gelden eveneens voor niet-EU bedrijven die hetzelfde omzetdrempel overschrijden.
Voor deze grote bedrijven verdwijnt de verplichting om de hele waardeketen gedetailleerd te controleren; zij hoeven zich nu enkel te richten op de gebieden waar risico’s waarschijnlijker zijn. Ook wordt de verplichting om een specifiek transitieplan voor klimaatverandering op te stellen, afgeschaft. Bij niet-naleving kunnen boetes oplopen tot 3% van het wereldwijde bedrijfsvolume.
Implementatietermijnen en verdere stappen
Wat de invoering betreft, krijgen lidstaten de tijd tot juli 2028 om de nieuwe regels te implementeren. Bedrijven die onder de nieuwe regelgeving vallen, moeten deze vanaf juli 2029 naleven. Het voorstel moet nog officieel worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de lidstaten voordat het definitief wordt vastgesteld.
