Standpunt van de minister voor Digitale Transformatie
Óscar López, de minister voor Digitale Transformatie en Overheidsdienst, heeft op vrijdag verklaard dat hij de beslissing van RTVE om Spanje niet deel te laten nemen aan het Songfestival ondersteunend vindt. Deze beslissing kwam nadat het festival besloot Israël in de competitie te laten deelnemen, wat López ziet als een ondersteunend signaal in de internationale druk die wordt uitgeoefend op de Israëlische regering.
Internationale druk en politieke context
De minister benadrukte dat de actie van RTVE goed werd gevonden, vooral omdat meerdere landen zich hadden aangesloten bij Spanje in het besluit om niet samen te werken met Israël. Volgens López wordt hiermee geprobeerd druk uit te oefenen op de Israëlische regering, in het bijzonder om haar te bewegen haar militaire actie in Gaza te beperken en zich aan de internationale regelgeving te houden.
Reactie op de besluitvorming
Op vragen over de beslissing op de bijeenkomst van EU-ministers van Telecommunicatie in Brussel, gaf López aan dat hij de huidige situatie in Gaza betreurt. Hij stelde dat het belangrijk is dat de internationale gemeenschap de druk blijft opvoeren, om zo een einde te maken aan de voortdurende aanvallen die voortduren en die wat hem betreft worden erkend als genocide.
Besluit van RTVE en de andere landen
De Raad van Bestuur van RTVE stemde in september dat Spanje zich terug zou trekken uit het Eurovisie Songfestival indien Israël deel uitmaakte van het deelnemersveld. Deze beslissing werd donderdag bevestigd na een stemming van de Algemene Vergadering van de European Broadcasting Union (EBU) in Genève.
Naast Spanje – dat onderdeel is van de zogenaamde ‘Big Five’ als een van de grootste bijdragers aan de EBU – hebben nog vier andere landen aangegeven hun deelname te conditioneren aan de uitsluiting van Israël. Het gaat om Ierland (RTÉ), Slovenië (RTVSLO), IJsland (RÚV) en Nederland (AVROTROS).









