Israël voert inval in VN-locatie in Oost-Jeruzalem uit, internationale reactie en gevolgen

Israël voert inval in VN-locatie in Oost-Jeruzalem uit, internationale reactie en gevolgen

Inval door Israëlische veiligheidsdiensten bij UNRWA in Oost-Jeruzalem

Op maandag heeft het Israëlische veiligheidsapparaat een inval gedaan bij het kantoor van de Verenigde Naties voor Palestijnse vluchtelingen in Midden-Oosten (UNRWA) in Oost-Jeruzalem. Volgens het organisme handelt Israël hiermee in strijd met de bescherming die de VN aan haar faciliteiten toekent. De inval werd door UNRWA bevestigd en wordt beschuldigd van het tonen van een “flagrante minachting” voor de verplichtingen van Israël, dat lidstaat is van de VN, om de onschendbaarheid van deze vestigingen te waarborgen.

Details van de operatie en onmiddellijke gevolgen

De secretaris-generaal van de UNRWA, Philippe Lazzarini, verklaarde dat agenten en functionarissen van Israël “s’ ochtends het complex in Oost-Jeruzalem met geweld binnendrongen”. Tijdens de inval zouden alle communicatiekanalen zijn onderbroken en werden onder meer meubels, communicatiematerieel en andere eigendommen in beslag genomen. Lazzarini stelde dat de Israëlische vlag was neergelaten en werd vervangen door een Israëlische vlag. Hij benadrukte dat deze acties aantonen dat Israël, als lidstaat van de VN, niet voldoet aan haar verplichtingen om de onschendbaarheid van VN-faciliteiten te respecteren.

Context en achtergrond van de spanningen

Het personeel van UNRWA had het complex eerder dit jaar verlaten, onder druk vechtend tegen maanden van intimidatie, waaronder brandaanvallen, haatcampagnes, desinformatie en wetgeving tegen de organisatie, gesteund door de Israëlische parlementaire macht. Deze acties werden gekenmerkt door een schending van internationale verplichtingen door Israël en de voortdurende immuniteit van de faciliteit volgens de standaarden van de VN. Lazzarini herhaalde dat het complex nog steeds haar status van VN-installatie behoudt, die onaantastbaar moet blijven, en dat Israël onder de bepalingen van de VN-privileges- en immuniteitenverdrag valt. De Internationale Rechtbank (ICJ) heeft erop gewezen dat Israël verplicht is samen te werken met UNRWA en andere VN-agentschappen, zonder uitzonderingen. De recente inval wordt gezien als een nieuwe uitdaging voor het internationaal recht en vormt mogelijk een gevaarlijk precedent wereldwijd.

Palestijnse autoriteiten reageren op de inval

De Palestijnse autoriteiten in Oost-Jeruzalem verwelkomden de inval en veroordeelden deze als een “ernstig aanval” en een “rechtstreekse uitdaging” aan de beslissing van de Algemene Vergadering van de VN, die het mandaat van UNRWA verlengde tot 2029. Zij benadrukten dat de actie een flagrante schending is van het internationaal recht en de immuniteit van VN-faciliteiten. Volgens hen werden ook beveiligingspersoneel van het complex gearresteerd en werden telefoons in beslaggenomen, waardoor communicatie vrijwel onmogelijk werd.

Het gebied werd volledig gesloten en er werden uitgebreide huiszoekingen uitgevoerd. De autoriteiten beroepen zich op de beslissing van de Knesset om de activiteiten van UNRWA in Oost-Jeruzalem te verbieden, als reactie op de militaire operatie tegen de Gazastrook die op 7 oktober 2023 was begonnen.

De gouverneurskantoor van Oost-Jeruzalem benadrukte dat Oost-Jeruzalem volgens het internationaal recht bezet gebied is en dat de annexatie niet wordt erkend. Ze stelden dat aanvallen op een VN-organisatie die hulp biedt aan vluchtelingen een ernstige inbreuk vormen op het internationale systeem en de autoriteit van de VN. De inval wordt ook gezien als een directe reactie op het grote aantal stemmen dat de verlenging van de VN-mandaat steunde tijdens de afgelopen vergadering.

Tot slot herhalen de Palestijnse autoriteiten dat Israël geen soevereiniteit heeft over de bezette Palestijnse gebieden, inclusief Oost-Jeruzalem, en roepen zij de internationale gemeenschap op om de recente acties te veroordelen en urgentie te betrachten bij het ter verantwoording roepen van Israël voor schendingen van het internationaal recht en het vervolgen van leiders voor misdaden tegen het Palestijnse volk.

Spread the love