Het lijkt wel alsof de lat om rijk te worden elk jaar verder verschuift. Vooral de jongste generatie op de arbeidsmarkt, Gen Z, merkt dit maar al te goed — economische zekerheden zijn er minder, en het gevoel van financiële onafhankelijkheid is moeilijker te bereiken dan ooit.
Inhoudsopgave
Een comfortabel leven is duurder dan ooit
Adviesbureau Charles Schwab publiceerde in hun ‘Modern Well-Being 2025’ een opvallend onderzoek. Amerikanen schatten dat je nu zo’n 839.000 dollar nodig hebt voor een comfortabel leven. Dat was vorig jaar nog 778.000 dollar en in 2021 zelfs “maar” 624.000 dollar. Dit soort cijfers maken pijnlijk duidelijk: financiële zekerheid komt steeds verder uit het zicht.
En dan hebben we het niet eens over de geldgrens waar men zichzelf “rijk” noemt — die schuift jaarlijks op, van zes cijfers naar zeven, en verder. Het lijkt wel alsof het bijhouden ervan een sport is geworden voor de elite.
De grens voor welzijn stijgt ook
Vroeger was miljonair klinken als “bin there, done that”. Maar volgens het onderzoek heb je tegenwoordig 2,3 miljoen dollar nodig om als “rijk” te gelden. Slechts vier jaar geleden vond men 1,9 miljoen genoeg. 2024 liet nog een uitschieter zien: toen lag het gemiddelde zelfs op 2,5 miljoen.
De reden? Inflatie, onzekere economie, stijgende belastingdruk — het gooit allemaal olie op het vuur. Wie zich rijk wil voelen, heeft dus steeds meer nodig. Rijkdom blijft een rijdende trein die lastig bij te benen is.
Wat betekent rijk zijn eigenlijk?
Toch blijkt uit het onderzoek: geld alleen maakt niet gelukkig. Maar liefst 45% van de ondervraagden zegt dat geld weinig waarde heeft zonder persoonlijk geluk. Klinkt als een open deur, maar je merkt het pas echt als de bankrekening groeit zonder dat het leven leuker wordt.
Voor velen is gezondheid minstens zo belangrijk: 37% vindt dat hun welzijn samenvalt met hun fysieke gezondheid, en 32% noemt juist mentale gezondheid de sleutel om écht van rijkdom te genieten. Misschien logisch — in Nederland hoor je steeds vaker “gezondheid is het nieuwe goud”.
Opvallend: onder mensen die zichzelf al miljonair noemen, zegt 83% dat hun rijkdom vooral zit in goede relaties en persoonlijk geluk, en 81% vindt vrije tijd zelfs belangrijker dan hun saldo.
Generatieverschillen in omgaan met geld
Wat “rijk zijn” is, verschilt flink per generatie. Jongeren van Gen Z vinden €329.000 al genoeg voor een gevoel van financiële rust. Boomers hebben zo’n €943.000 in hun hoofd, millennials €847.000 en Gen X’ers zitten op €783.000. Ook in Nederland zie je deze verschillen — in Rotterdam klinkt €3 ton ineens als “startkapitaal”, in het Gooi als “leuke buffer”.
Gen Z is opvallend gestructureerd: 39% heeft een concreet financieel plan uitgewerkt en 43% denkt er serieus over na. Ter vergelijking — onder de babyboomers heeft 45% er nooit bij stilgestaan, en slechts 26% heeft daadwerkelijk een financieel plan. Misschien zijn die Tikkie-discussies toch ergens goed voor.