Rechtszaak en speciale regelingen voor Jordi Pujol
Op 24 november heeft de rechtbank van de Audiencia Nacional in Madrid beslist dat Jordi Pujol, voormalig president van de Generalitat en hoofd van de familieclan, terechtstaat voor vermeend onrechtmatig verrijking. Hoewel hij wordt beschuldigd, mag Pujol de zittingen thuis bijwonen.
Volgens de voorzitter van de rechtbank, rechter José Ricardo de Prada, is besloten dat de zitting met diens aanwezigheid wordt gestart en dat hij zich via een videoconferentie kan aansluiten vanuit zijn woonplaats. De advocaat van Pujol zou in de rechtszaal hebben aangegeven dat hij zich wil blijven verbinden vanuit huis.
De rechtbank heeft benadrukt dat indien Pujol’s gezondheidstoestand verslechtert of hij een ingreep ondergaat, er een beslissing wordt genomen over zijn aanwezigheid op dat moment. Dit wordt bepaald op basis van medisch advies en zijn fysieke toestand.
De 95-jarige Pujol heeft de zitting via videoconferentie vanuit zijn huis in Barcelona bijgewoond, nadat hij sinds medio november wegens een longontsteking enige tijd in het ziekenhuis verbleef. Het rechtsproces gebeurt achter gesloten deuren en zonder fysieke aanwezigheid van de verdachte.
Medische rapporten en toestand van Pujol
Onderzoeken door medisch specialisten, aangevraagd door zijn verdediging, bevestigen dat Pujol niet in staat is om actief deel te nemen aan het proces. Het forensisch rapport beschrijft dat hij lijdt aan een gemengd neurocognitief syndroom, waaronder symptomen van Alzheimer en vasculaire dementie.
In de verklaring aan de rechtbank gaf Pujol aan dat hij beschikbaar bleef voor de zittingen, maar dat zijn fysieke conditie niet optimaal is. Volgens juridische bronnen wordt vermeld dat hij niet kan deelnemen aan alle zittingen, behalve wanneer bewijsmaterialen worden gepresenteerd die hem direct raken.
Voortgang van de rechtszaak en aanklachten
De rechtbank, onder leiding van de heer De Prada en met magistraten María Fernanda García en Mercedes del Molino, verwacht de zitting te houden tot ongeveer midden 2026. De ten laste gelegde feiten betreffen vermeende georganiseerde misdaad, witwassen, valsheid in geschrifte, overtredingen van de belastingwetgeving en het opzettelijk opbouwen van vermogen.
De aanklager eist negen jaar gevangenisstraf voor Pujol en een boete van 204.000 euro. Daarnaast worden voor zijn zeven kinderen – Jordi, Josep, Pere, Oleguer, Oriol, Marta en Mireia – straffen geëist die variëren van acht tot negenentwintig jaar gevangenisstraf, afhankelijk van de beschuldigingsaanklachten.
De aanklacht stelt dat Pujol en zijn kinderen, samen met meer dan vijftien vermeende medeplichtigen, een organisatie zouden hebben gevormd die jarenlang door corruptie en misbruik van politieke positie haar vermogen heeft vergroot. De procureur beschuldigt dat de familie door haar invloed als leiders van de Catalaanse politiek en de Convergència Democràtica de Catalunya (CDC) een netwerk heeft opgebouwd van machtsuitoefening en cliëntelisme.
Volgens het dossier zou de familie Pujol, door gebruik te maken van haar invloed tijdens haar aanwezigheid in de politieke en economische sectoren, een omvangrijk vermogen hebben opgebouwd dat in verband wordt gebracht met de opbrengsten van misdadige activiteiten. De rechter, José de la Mata, bevestigt dat de familie heeft geprofiteerd van haar voorrechte positie en haar vermogen heeft vermeerderd door middel van corruptieve praktijken en politieke manipulaties.









