Inleiding en politieke heroriëntatie
Op maandag markeert Syrië het eerste jaar sinds het ineenstorten van het regime van Bashar al Assad, afgelopen jaar veroorzaakt door een gewelddadige opstand en een offensief door jihadistische en rebellengroepen onder leiding van Hayat Tahrir al Sham (HTS). Tijdens deze periode hebben de nieuwe autoriteiten onder leiding van Ahmed al Shara aangenamer diplomatiek terrein bereikt. Zij hebben geprobeerd hun internationale imago te herstellen en Damasco meer aansluiting te geven bij de wereldeconomie, na jaren van isolement.
Ondanks deze diplomatieke stappen blijft de situatie op het terrein complex en problematisch. Veiligheids- en bestuursproblemen en een groeiende humanitaire crisis blijven de kernuitdagingen.
Historische achtergronden en de val van het regime
Het regime, dat in 1971 aan de macht kwam via een staatsgreep onder leiding van Hafez al Assad, trad in 2000 over na diens overlijden aan zijn zoon Bashar al Assad. Het regime stortte compleet in toen jihadisten en rebellen uit Idlib, in het noordwesten, tussen 27 november en 8 december de meeste grote steden veroverden, inclusief de hoofdstad Damascus. Deze overwinning markeerde een keerpunt in de burgeroorlog, die begon als reactie op de repressie van protesten in 2011 tijdens de Arabische Lente.
De val van het regime viel samen met een wapenstilstand in Libanon tussen Israël en Hezbollah, na meer dan een jaar gevechten. Die confrontatie, die begon op 7 oktober 2023, vond plaats op een moment dat belangrijke bondgenoten zoals Iran en Rusland zwakker waren of elders in conflict waren betrokken, waardoor de Assad-autoriteiten zeer kwetsbaar werden.
Politieke ontwikkelingen en diplomatieke inspanningen
De machtsovername door al Shara, tot dan toe leider van HTS – een groep die als terroristisch wordt bestempeld, evenals hijzelf – ging gepaard met pogingen om een nieuwe autoriteit op te bouwen en internationale legitimiteit te verkrijgen voor het nieuwe regime. Een belangrijke figuur binnen deze structuur is de voormalig jihadistische commandant Abu Mohamed al Golani, die ondanks zijn publieke uitspraken voor pluralisme en integratie een belangrijke invloed behield.
Al Shara benadrukte het belang van dialoog en het verbeteren van de betrekkingen met Westerse machten. Zijn speech in september op de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en zijn bezoek in november aan het Witte Huis, waar hij onder meer met de Amerikaanse president Donald Trump assembleerde en foto’s nam terwijl hij basketbal speelde met militaire leiders, markeerden een significante ommekeer. Voorheen zagen zij hem vooral als jihadistisch militant.
Deze pogingen hebben geleid tot de herlancering van de economie en het versoepelen van sancties door landen zoals de Verenigde Staten, de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Dit alles wordt gezien als stappen om hinderpalen weg te nemen voor herstel en heropbouw, maar echte vooruitgang blijft uit op het gebied van humanitaire hulp en socio-economisch herstel.
Uitdagingen op het gebied van veiligheid en interne conflicten
De verovering van Damascus leidde tot de desintegratie van het oude veiligheidsapparaat, dat vooral door Alauïeten werd gedomineerd. Het verwijderen hiervan leidde tot grote onrust, vooral in maart, toen een heropleving van het conflict uitbrak na een opstand van ex-topfunctionarissen van Assad. Het leger, dat nu bestaat uit voormalige rebellen en jihadisten, ondernam hardhandige ingrepen die resulteerden in honderden doden en tienduizenden ontheemden.
Daarnaast waren er grote conflicten tussen Bedoeïenen en Druzen in de provincie Suweida, die uitmondden in grootschalige gevechten en duizenden slachtoffers en ontheemden tot gevolg hadden. Israël nam dit als reden om luchtaanvallen uit te voeren ter bescherming van de Druzen en verschafte de militairen meer invloed in Syrië, vooral in de gebieden die na Assad’s vlucht onder controle van Israël kwamen.
Volgens Thameen al Keethan, woordvoerder van het Mensenrechtenbureau van de VN, blijven de acties van de nieuwe autoriteiten onder verhoogde observatie. Hij stelde dat hoewel er stappen worden gezet richting het aanpakken van misstanden uit het verleden, veel ernstige schendingen zoals buitengerechtelijke executies en willekeurige detentie nog altijd plaatsvinden.
Reacties van Israël en interne kritiek
Israël staat nauwlettend toe dat de situatie zich ontwikkelt en heeft openheid getoond voor onderhandelingen met Damascus, vooral onder druk van Trump. Toch zet Israël zijn militaire campagne voort door gebieden te vernietigen en territorium in te nemen, vooral langs de grenszone.
Al Sharas benadering heeft echter geleid tot interne kritiek van extremistische groepen en hardliners die zijn pogingen tot toenadering met het Westen afkeuren. Zij beweren dat deelname aan de internationale coalitie tegen Islamitische Staat, onder leiding van de Verenigde Staten, hem afbrak van zijn jihadistische wortels en daarom niet geloofwaardig is.
Humanitaire situatie en herstellingsinspanningen
Op het humanitaire front meldt Mohamad al Nsur, werkzaam bij de VN, dat de situatie enigszins verbetert, maar dat de economische heropbouw en wederopbouw van infrastructuur nog steeds grote problemen vormen. Volgens de VN zijn ongeveer 16 miljoen Syriërs aangewezen op hulp. Veel huizen, water- en sanitaire systemen en scholen zijn beschadigd of overbelast.
De organisatie Save the Children bevestigt dat veel vluchtelingen en ontheemden moeite hebben om hun leven weer op te bouwen. De terugkeer van ongeveer 1,2 miljoen vluchtelingen en 1,9 miljoen interne ontheemden sinds de val van Assad wordt gekenmerkt door armoede, werkloosheid en gebrekkige diensten. Volgens Rasha Muhrez, directeur van de organisatie in Syrië, willen velen terugkeren, maar de verwoesting en het gebrek aan basisvoorzieningen vormen grote obstakels.
Ze pleit voor veilige terugkeer, toegang tot onderwijs en gezondheidszorg, en benadrukt dat de belangen van kinderen centraal moeten staan in de wederopbouw. Daarbij uit zij haar bezorgdheid over de afgenomen internationale hulp door de recente bezuinigingen en onderstreept dat de crisis nog niet voorbij is.









