Europa zet in op snellere ontwikkeling van energienetwerken en interconnecties

Europa zet in op snellere ontwikkeling van energienetwerken en interconnecties

De noodzaak van een beter gedoseerde energie-infrastructuur

De Europese Commissie heeft recentelijk haar prioriteit gezet op het versnellen van de implementatie van acht zogenaamde ‘autovias energéticas’. Deze projecten moeten zorgen voor een betrouwbare en veilige energievoorziening binnen de lidstaten van de Europese Unie. In haar nieuwe ‘kaart’ plaatst Brussel twee belangrijke elektrische interconnecties die de Iberische Peninsula via de Pyreneeën met Frankrijk verbinden. Het betreft de verbindingen tussen Aragón en de Atlantische Pyreneeën, evenals die tussen Navarra en de Landes. Hoewel Brussel deze initiatieven steunt, erkent het dat de voortgang hierbij vooral afhangt van de politieke wil van Parijs.

Uitdagingen en kritiek op de energienetwerken

De Europese Commissie waarschuwt voor de lage investeringen en de onvoldoende integratie van de energie-infrastructuren in Europa. Veel bestaande netwerken zijn verouderd en de onderlinge verbindingen tussen landen zijn beperkt. Niettemin verdedigt het beleid dat de grote interconnecties niet alleen nationaal maar vooral Europees belang dienen. Daarom is er behoefte aan een eerlijkere en transparantere beoordeling van de kosten en baten, evenals het samenvoegen van projecten om investeringen van externe partijen aan te trekken.

Voorstellen voor versterkte Europese netwerken

Het voorstel bevat een pakket maatregelen gericht op het verbeteren van de planning van de energie-infrastructuur en het verminderen van bureaucratie en vergunningprocedures. Daarnaast wordt er een catalogus gepresenteerd met acht ‘autovias energéticas’. Een van de projecten betreft een dubbele verbinding onder de Pyreneeën tussen Frankrijk en Spanje, bedoeld om de elektrische connectiviteit van de Iberische Peninsula met de rest van Europa te versterken. Spaanse en Portugese overheden wijzen al lange tijd op de noodzaak hiervan, terwijl Frankrijk minder betrokken lijkt te zijn.

Reacties en politieke dynamiek

De Europese commissaris voor Energie, Dan Jørgensen, erkent dat Frankrijk in het verleden terughoudend was om de interconnecties te versnellen. Toch benadrukt hij dat Frankrijk jaarlijks ongeveer 40 black-outs voorkomt dankzij haar grensoverschrijdende netwerken. Experts stellen dat het versterken van deze verbindingen essentieel is om grote stroomonderbrekingen te voorkomen, zoals die in Spanje vorig jaar plaatsvonden. Bovendien onderstrepen bronnen dat politieke steun voor de projecten cruciaal is, zeker omdat lidstaten de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid hierover hebben volgens de Europese verdragen.

Andere strategische projecten

Naast de verbinding onder de Pyreneeën omvat de nationale energieroute ook het H2med-project, een corridor voor waterstof tussen Portugal en Duitsland, inclusief een onderzeese pijpleiding tussen Barcelona en Marseille. Verder wordt gewerkt aan een ‘grote maritieme interconnectie’ voor Cyprus, om de isolatie te doorbreken en een betere connectie met Europa te maken. Andere initiatieven richten zich op het versterken van de elektriciteitsnetten in de Baltische staten, het aanleggen van een trans-Balkanaal gassector en een offshore waterstofcentrum in de Oostzee, evenals projecten in Zuid-Europa die onder meer opslagfaciliteiten en een waterstofcorridor tussen Duitsland, Oostenrijk, Italië en Tunesië omvatten.

Verkorting van procedures en financieren

De commissaris geeft aan dat het tijdschema voor vergunningen en vergunningstrajecten aanzienlijk korter moet worden. Hij stelt dat de procedures idealiter niet langer dan twee jaar zouden moeten duren, met een maximum van drie jaar voor de complexere projecten. Momenteel kunnen deze processen soms meer dan vijf jaar duren, met gevallen die zelfs de tien jaar overschrijden.

Wat de financiering betreft, wordt geschat dat er tot 2040 circa 1,2 biljoen euro nodig zal zijn voor de energie-infrastructuur van de EU. Hiervan is 730 miljard euro gereserveerd voor het netbeheer en 240 miljard euro voor waterstofprojecten. Het huidige budgettaire kader (2021-2027) voorziet in 5,8 miljard euro voor grensoverschrijdende projecten via het ‘Connecting Europe’-mechanisme. Brussel stelt voor deze investering te vervijfvoudigen en te verhogen tot bijna 30 miljard euro in het volgende meerjarenbudget (2028-2034), dat nog onderhandeling is tussen de lidstaten. Daarnaast kunnen nationale netwerken financiering krijgen via nationale partnerschapsplannen en het Europese Krachtcentrale Fonds.

Spread the love