Dinosaurussen zongen: Eerste fossiele strottenhoofd gevonden wijst op vogelachtige geluiden

Nieuw onderzoek uit Nederland onthult: dinosaurussen maakten mogelijk vogelachtige geluiden in plaats van gebrul. Het allereerste fossiele strottenhoofd van een ankylosauriër biedt fascinerende inzichten in de evolutie van dierenstemmen. Ontdek hoe deze vondst ons beeld van dino’s en vogels verandert!

Spread the love

Denkt u bij dinosaurussen meteen aan angstaanjagend gebrul à la Jurassic Park? Hoog tijd om dat beeld bij te stellen. Nederlandse onderzoekers hebben namelijk iets spectaculairs ontdekt: het allereerste fossiele strottenhoofd van een ankylosauriër – met sporen die doen denken aan vogels. Met andere woorden: sommige dino’s waren eerder nachtegalen dan brullende monsters.

Het idee dat dinosaurussen vooral brulden is diep in onze collectieve fantasie verankerd. Niet zo gek, als je op de posters of in films als Jurassic World kijkt. Maar de realiteit blijkt een stuk genuanceerder. Omdat stembanden – net als onze eigen strottenhoofden – grotendeels bestaan uit zacht weefsel en dus zelden fossiliseren, moesten wetenschappers tot nu toe vaak gissen naar het stemgeluid van deze prehistorische giganten. Meestal baseerden ze zich op skeletkenmerken en rare kammen op de kop, waarvan men vermoedde dat ze als klankkast dienden. Echt bewijs? Ontbrak altijd.

Dat is nu veranderd. Voor het eerst is er een gefossiliseerd strottenhoofd van een niet-vogel-dinosauriër gevonden. En dat zet de wereld van de paleontologie op z’n kop — in alle goede zin van het woord.

Unieke paleontologische vondst

Deze vondst geeft verrassende inzichten in hoe dinosaurussen konden klinken. Het fossiel, afkomstig van een Pinacosaurus grangeri (een Aziatische ankylosauriër), laat zien dat het strottenhoofd uitermate complex was – bijna als bij moderne vogels. Die vergelijking is niet zomaar: op basis van het botonderzoek denken experts van onder meer Naturalis dat sommige dino’s eerder floten, zongen of klikten, dan bulderden. Dat verandert best veel, toch?

Het onderzoek, gepubliceerd in Nature Communications, beschrijft in detail het oudste bekende strottenhoofd van een niet-vogel-dinosauriër. Het strottenhoofd had kenmerken als een stevige ringvormige kraakbeenstructuur en een opvallende steel. Zulke eigenschappen lijken sterk op wat we zien bij vogels, bij wie het strottenhoofd vooral dient om geluiden te moduleren — dus niet om geluid te maken zoals bij een krokodil, maar om het geluid juist te vormen.

Een praktisch detail: waar de meeste reptielen hun ‘stem’ produceren via trillende stembanden diep in hun keel, regelt de ankylosaurus zijn geluid waarschijnlijk verderop in het luchtwegsysteem — precies zoals vogels doen. Dikke kans dus dat het niet eens brullen was, maar eerder complexe signalen of zelfs fluittonen. Ziet u het voor zich? Een kudde dino’s op de Veluwe die met elkaar communiceren als een groep spreeuwen.

Een nieuw begin: stemmen uit het verleden

Waarom is dit zo’n grote doorbraak? Ten eerste herschrijft het onze voorstelling van het dino-tijdperk: de geluiden op aarde waren waarschijnlijk een stuk veelzijdiger dan gedacht. Ten tweede biedt het aanknopingspunten voor de evolutie van communicatie bij dieren. Vogels – onze duiven, eksters en zelfs de grutto’s in Friesland – zijn verre familie van deze dinosauriërs. Het blijkt nu dat ‘vogelgeluiden’ misschien wel miljoenen jaren ouder zijn dan de vogels zelf.

Met dit strottenhoofdfossiel zetten we een beslissende stap richting het ontrafelen van de vocale geschiedenis van dinosauriërs. We leren indirect ook meer over het ontstaan van complexe communicatie, iets wat uiteindelijk tot de variatie aan vogelzang en -roep heeft geleid die we overal in Nederland horen — van Oosterpark tot de Drentse hei. De volgende keer als u door het Amsterdamse Bos wandelt, weet u: de oorsprong van dat gekwetter reikt veel verder terug dan u dacht.

Spread the love