De reactie van de European Broadcasting Union (EBU)
Op 11 mei 2024 werd in Malmö, Zweden, Eden Golan uit Israel op het podium gezien tijdens de finale van het Eurovisie Songfestival (ESC). Dit evenement kenmerkte zich door het motto “United By Music”.
De European Broadcasting Union (EBU) heeft op donderdag verklaard dat verschillende leden kritiek hebben ontvangen over hun standpunt in de debatvergadering van de Algemene Vergadering, waarin het festival en de deelname van Israël werden besproken. Deze vergadering vond plaats in Genève, Zwitserland, de week ervoor.
In een officiële verklaring benadrukte de EBU dat, hoewel publieke omroepen doorgaans openstaan voor kritiek, sommige beschuldigingen richting haar leden, afkomstig uit alle hoeken van het debat, onterechte en slecht geïnformeerde aanvallen waren.
Volgens de organisatie verliep het debat over Eurovision respectvol en weloverwogen. “De mening van de leden weerspiegelde hun eigen standpunten en die van hun achterban over dit complexe onderwerp, en niet die van politieke partijen of perspectieven,” aldus de verklaring.
Het recht op autonomie en de deelnamebeslissingen
De EBU onderstreept dat zij de beslissing van haar leden respecteert om al dan niet deel te nemen aan het festival, ongeacht hun keuze.
De organisatie uit de hoop dat de belangrijke deelnemende landen die zichzelf dit jaar terugtrekken, snel terugkeren naar het Eurovisie Songfestival. Ze benadrukten dat samenwerkingen blijven bestaan, en dat ze ernaar streven om de deelnemers die afzien van de competitie in 2026, weer te verwelkomen.
Uitsluiting van Spanje en andere landen voor 2026
Een belangrijk punt is dat Spanje, na een besluit van het RTVE-bestuur in september, zich zal terugtrekken uit het festival volgend jaar, nadat de stemming in Genève uitwijste dat Israël in de competitie blijft.
Volgens de overeenkomst uit september zou Spanje zich terugtrekken als Israël zou deelnemen. Naast Spanje – dat een van de vijf grootste bijdragers is binnen de ‘Big Five’ groep – zullen vier andere landen niet deelnemen in 2026: Ierland (RTÉ), Slovenië (RTVSLO), IJsland (RÚV) en Nederland (AVROTROS).
Deze beslissing betekent dat RTVE de finale van 2026 op 16 mei in Wenen niet zal uitzenden, noch de halve finales die op 12 en 14 mei plaatsvinden.
Verdeelde stemmen en het verbod op geheime stemrondes
Volgens RTVE’s verklaring heeft de publieke omroep schriftelijk aangevraagd dat de stemming over deelname aan de wedstrijd geheim wordt gehouden, samen met zeven andere landen. De presidium van de EBU weigerde echter een speciale stemming over de deelname van Israël.
Voorafgaand aan de stemming benadrukte de Secretaris-Generaal van RTVE, Alfonso Morales, dat de organisatie de maatregelen van de EBU en haar Referentiegroep erkent en waardeert, maar dat deze onvoldoende zijn.
Morales uitte ook zijn bezorgdheid over de situatie in Gaza, ondanks het wapenstilstand en het vredesproces, en over de inzet van Eurovisie voor politieke doeleinden door Israël. Hij stelde dat de neutraliteit en de transparantie van het evenement hierdoor in gevaar komen, en dat er geen sancties worden genomen voor het gebruik ervan.
De voorzitter van RTVE, José Pablo López, liet via het platform X weten dat de gebeurtenissen in Genève bevestigen dat Eurovision meer is dan een muziekwedstrijd; het wordt gedomineerd door geopolitieke belangen en fracties.









