Verhoogde militaire activiteit en humanitaire crisis in Kivu sur
Op donderdag heeft António Guterres, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, gewaarschuwd voor de toenemende gevechten in Oost-Ruby en, in het bijzonder, voor de recente aanvallen door het Movement 23 van Maart (M23) in Kivu sur. Hij benadrukte dat deze gebeurtenissen de inspanningen ondermijnen om het conflict definitief te beëindigen, te midden van de recente gevechten in het gebied.
Volgens een verklaring van Farhan Haq, zijn adjunct-woordvoerder, maakt Guterres zich ernstige zorgen over de escalatie van geweld en de humanitaire gevolgen, waaronder de verplaatsing van meer dan 200.000 mensen sinds 2 december. Hij veroordeelde krachtig de militaire acties van het M23 in verschillende gemeenten binnen de provincie, die ook hebben geleid tot burgerdoden.
De VN-leider eiste dat alle partijen onmiddellijk en onvoorwaardelijk een einde maken aan de vijandelijkheden. Hij waarschuwde dat deze escalatie het risico op een grotere regionale oorlog aanzienlijk vergroot en de pogingen voor een duurzame oplossing ondermijnt. Hij benadrukte dat alle betrokken partijen hun verplichtingen moeten nakomen.
Bovendien gaf Guterres aan dat de VN volledig gemobiliseerd is om samen te werken met haar partners om humanitaire hulp te bieden aan degenen die die nodig hebben. Hij herhaalde de inzet van de organisatie om de diplomatieke processen te ondersteunen, gericht op het herstellen van vrede in Oost-Ruby en de omliggende regio.
Regionale reactie: AU roept op tot politieke oplossing
De Afrikaanse Unie (AU) heeft opgeroepen tot matiging en de prioriteitstelling van een politieke oplossing door alle betrokken partijen. In hun verklaring werd uitgebreid stilgestaan bij de ernst van de confrontaties en het geweld tegen burgers, dat volgens hen in tegenspraak is met de in Doha en Washington gemaakte akkoorden tussen de Democratische Republiek Congo (DRC) en Rwanda.
Mahmud Ali Yusuf, voorzitter van de Commissie van de AU, uitte grote zorgen over de ontwikkelingen in de regio van de Grote Meren, met speciale aandacht voor de situatie in Kivu sur en Cibitoke in Burundi. Hij verklaarde dat de AU solidair is met de betrokken lokale bevolkingen en herhaalde dat duurzame vrede gebaseerd moet zijn op het volledige respect voor de soevereiniteit en territoriale integriteit van alle staten.
Yusuf riep alle landen in de regio op om zich aan het niet-agressie pact te houden en bevestigde dat de AU klaar staat om nauw samen te werken met regionale en internationale actoren. Het doel is de regionale dialoog over veiligheid te hervatten en de instabiliteit in de regio te beëindigen.
M23 beschuldigt minderheden: “Etnische zuiveringscampagne” door Burundi
Het M23 heeft gewaarschuwd dat na de controle over Uvira, sommige Burundese troepen terug zijn getrokken naar Burundi, terwijl andere zich in de regio hebben verschanst. Volgens het gewapende groep begonnen deze troepen donderdag in de vroege ochtend aan een “broedermoordcampagne” tegen Tutsi’s oppassend onder het mom van verdere aanvallen. Ze zouden burgers hebben aangevallen met explosieven en zwaar artilleriegebruik, waarbij slachtoffers onder vrouwen en kinderen vallen.
De groep beweert dat deze acties de regio in een humanitaire crisis storten van ongekende omvang, zoals op hun sociale mediaprofiel op X is vermeld.
De rol van Rwanda: 20.000 troepen in de escalatie
Rwandaans president Paul Kagame heeft in een toespraak na de inhuldiging van nieuwe regeringsleden Burundi ervan beschuldigd het conflict te verergeren door meer dan 20.000 soldaten te sturen naar de provincies Kivu Norte en Kivu Sur. Hij stelde dat deze troepen betrokken zijn bij het aanvallen en doden van burgers in die regio’s.
Kagame uitte dat de internationale gemeenschap vooral Rwanda snel de schuld geeft, vooral na de recente overname van Uvira door M23. Hij uitte zijn twijfel over de beweringen dat Burundese militairen op de grensgebied actief zouden zijn en stelde dat Burundi dit ontkent.
Het M23 bestaat voornamelijk uit Congolese Tutsi’s en voerde dit jaar een offensief uit dat het conflict verder verergerde. Hierdoor konden de hoofdplaatsen van de provincies Kivu Norte en Kivu Sur worden gecontroleerd, wat leidde tot beschuldigingen van de DRC tegen Rwanda. De DRC beweert dat Rwanda Tutsi’s onder haar bevolking onderdrukt, geholpen door milities zoals FDLR en andere lokale groepen.









