Standpunt van de minister van Landbouw, Veeteelt en Plattelandsontwikkeling
Julián Martínez Lizán, de minister die verantwoordelijk is voor Landbouw, Veeteelt en Plattelandsontwikkeling, sprak zijn verwachting uit dat de protesten van boeren in Brussel, gericht tegen de ontwerpvoorstellen voor het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), een impuls zullen geven aan de lopende verzoeken om beleidswijzigingen. Volgens hem biedt de huidige presentatie van het beleid onvoldoende oplossingen en past het niet bij de behoeften van de regio’s.
Significantie van de protesten en steunbetuigingen
De minister benadrukte dat de protestgebeurtenissen een krachtige indicatie vormen van de onvrede bij de boeren over de plannen. Hij beschouwde de demonstraties als een steunbetuiging voor reeds ondernomen acties en voor de inspanningen die arbeidsorganisaties en landbouwverenigingen reeds leveren. Deze acties worden gezien als een belangrijk signaal aan de regionale en nationale overheden om rekening te houden met de specifieke ontwikkelingseisen binnen de landbouwsector.
Dialoog met Europese instellingen en de rol van het budget
Voorafgaand aan een bijeenkomst van de Stichting Land van de Wijngaarden in Toledo, liet de minister weten dat hij zich emotioneel verbonden voelt met de manifestanten. Hij merkte op dat sinds maanden overheidsorganisaties in dialoog zijn met het Europees Parlement en de Europese Commissie. Hoewel deze gesprekken resultaten opleveren, verlopen ze volgens hem erg traag.
De minister onderstreepte dat het budget een cruciale factor is voor de levensvatbaarheid van de landbouwbedrijven. Zonder een voldoende financiële basis kunnen de doelstellingen voor duurzaamheid en efficiëntie niet gerealiseerd worden. Daarnaast moeten regels niet zo beperkend zijn dat ze een positief ontwikkelingsproces in de weg staan of het dagelijks leven van de boeren complex maken.
Toekomstige acties en mogelijke escalaties
Wat betreft de mogelijkheid dat de protesten zich uitbreiden naar andere vormen van acties, zoals tractoren op de snelwegen, gaf de minister aan dat dit afhankelijk is van de respons op de eisen vanuit de landbouwsector. Hij gaf aan dat als niet aan de wensen wordt voldaan, boeren en veehouders mogelijk hun acties zullen intensiveren en de protesten in omvang kunnen toenemen.
De minister hoopt op coherentie en onderhandelingen binnen de Europese Commissie en de EU-voorzitterschappen. Hij benadrukte dat het van groot belang is dat de betrokken instanties de kwesties correct aanpakken om ongewenste escalaties te voorkomen. Hij betreurde de tijd die verloren gaat, het persoonlijke offer dat boeren brengen en de kosten die met de situatie gemoeid zijn.
Uniciteit en gezamenlijke belangen
Tot slot erkende Julián Martínez Lizán dat alle regio’s en de ministeries in deze kwestie op één lijn zitten. Hij gaf aan dat de kern van de zaak voor iedereen hetzelfde is: het belang van de boeren en veehouders beschermen. Het gezamenlijke doel blijft het optimaliseren van het welzijn en de efficiëntie van de landbouwsector.









