De gemiste kans en ongenoegen over het ontbreken van erkenning voor de Gernika-bombardement

Imanol Pradales uit zijn teleurstelling over hetSpainse standpunt

Imanol Pradales, de lehendakari, uitte zijn spijt over het feit dat de Spaanse overheid afgelopen vrijdag niet dezelfde erkenning heeft getoond als Duitsland, namelijk voor het leed dat werd veroorzaakt door de bombardementen in Gernika in 1937. Hij benadrukte dat deze erkenning niet bedoeld is om schuld te belijden of oude wonden open te halen, maar om ze te helen, 88 jaar na het luchtaanval en bijna 50 jaar na de dood van Franco.

In een artikel op LinkedIn beschreef hij het bezoek van de Duitse president, Frank-Walter Steinmeier, aan Gernika, als een voorbeeld van historisch verantwoordelijkheidsgevoel en ethisch-politiek engagement met vrede, democratie en verzoening. Hij roemde Duitsland voor de verantwoordelijkheid die het had erkend door het herdenken van de slachtoffers en het erkennen van haar rol in het bombardement, en riep Spanje op om haar voorbeeld te volgen.

Herinneringen en symboliek van het bombardement

Pradales herinnerde eraan dat “de inwoners van Gernika, die het volk van het Baskenland vertegenwoordigen, 88 jaar geleden tot as werden gereduceerd.” Hij onderstreepte dat slachtoffers en nabestaanden geleefd hebben zonder vergiffenis, zonder dat iemand de horror en het lijden erkende, zonder verantwoordelijkheid te nemen, en zonder enige waarheid, gerechtigheid of compensatie.

Hij wees erop dat zij decennia lang werden blootgesteld aan leugens, terwijl het regime dat voortkwam uit die barbarij, het franquistisch regime, beweerde dat “de Spanje van Franco niet in brand stak.” Na de leugens kwam stilzwijgen, zes decennia lang, tot 1996, toen het Duitse parlement, het Bundestag, besloot drie miljoen Duitse mark (1,5 miljoen euro) te schenken voor de herbouw van het sportcentrum in Gernika. Dit werd beschouwd als een eerste herstelmaatregel.

Verantwoordelijkheid en herstelmaatregelen door Duitsland

Een jaar later werd door voormalig Duits staatsman Roman Herzog een officiële brief geschreven, waarin hij de verantwoordelijkheid van de Duitse staat voor de luchtvaartactiviteiten die het Franco-regime ondersteunden erkende. Deze brief werd voorgelezen door de ambassadeur in Gernika aan 150 nabestaanden, die nog steeds met de wonden van het verleden rondlopen, en werd door het Bundestag unaniem bevestigd.

Volgens Pradales heeft Duitsland met Steinmeiers bezoek een nieuwe stap gezet, door haar verantwoordelijkheid te erkennen en te tonen dat herinnering en herstel plichten zijn die niet vervallen, maar dienen als brug tussen verleden en toekomst. Hij benadrukte dat deze inzet niet bedoeld is te verdelen, maar juist om de menselijke waarden te verdedigen en het lijden van de slachtoffers te erkennen.

Oproep tot erkenning door Spanje

Pradales herinnert eraan dat Eduardo Vallejo, voormalig burgemeester van Gernika, na het horen van Herzog’s brief in 1997, verklaarde dat een gebaar van de Spaanse staat zeer welkom zou zijn bij de Basken. Hij voegt eraan toe dat hij ditzelfde recent nog in het Baskische parlement heeft gevraagd, en roept op tot het tonen van dezelfde ambitie en visie als Herzog en Steinmeier.

Verontrusting over vandalisme en niet-respectvol gedrag

Daarnaast uitte hij spijt over het vandalisme dat gisteren het muurschildering van het schilderij “Guernica” heeft getroffen, dat door de linkse separatistische beweging werd beklad met de tekst “Erregea kanpora” tegen de aanwezigheid van koning Felipe VI tijdens de herdenking van de slachtoffers. Hij stelde dat dit het gebrek aan respect voor ethische en democratische principes in Euskadi bevestigt.

Het beperkte erkenningsproces en de reflectie op de oorlog

Pradales benadrukte dat, ondanks het 88 jaar na het bombardement en 50 jaar na Franco’s dood, overlevenden als Crucita Etxabe en Mari Carmen Aguirre, die recentelijk Steinmeier en Felipe VI ontmoetten, nog steeds wachten op een oprechte erkenning van de veroorzaakte schade door de Spaanse staat.

Hij betreurde dat Spanje deze “prachtige kans” heeft laten passeren om hetzelfde te doen als Duitsland. Er wordt geclaimd dat het bombardement het gevolg was van een militaire opstand tegen een democratisch regime en dat de staat hier geen directe verantwoordelijkheid voor zou hebben. Pradales wijst er echter op dat Herzog en Steinmeier niet met de nazi’s van Hitler geassocieerd moeten worden, maar dat beiden hun verantwoordelijkheid hebben genomen in het belang van herstel en verzoening.

Vergelijkingen met andere Duitse leiders en het recente verleden

Hij refereerde aan figuren als Willy Brandt, die in 1970, als bondskanselier, zich neerknielde bij het ghetto-monument in Warschau en vergiffenis vroeg voor nazi-crimes, en Angela Merkel die in 2019 bij Auschwitz zei dat de herinnering aan nazi-misdaden onlosmakelijk verbonden was met de Duitse identiteit. Ondanks verschillen in ideologie, begrepen beide leiders dat ze het Duitse deelstaten symboliseerden en verantwoordelijkheid namen, iets dat men nog van Spanje verwacht.

Hij herinnerde eraan dat Franco de missie had gehad om de moraal van Euskadi te ondermijnen en een bloedige aanval te lanceren, zoals door Mola in 1936 werd voorspeld. Mola had gewaarschuwd: “Als de capitulatie niet onmiddellijk plaatsvindt, zal Vizcaya van haar fundamenten worden verwoest.”

Gedenk en de oproep tot vreedzame restituïtie

Pradales koppelde de barbarij van Mola, Franco en Hitler aan de hoop van Lehendakari Agirre in 1945, die in ballingschap had opgeroepen tot een toekomst zonder haat en wrok, maar gebaseerd op broederschap.

Hij benadrukte dat deze visie nog steeds actueel is en dat het niet gaat om oude wonden te heropenen, maar om de intentie van herstel te tonen, omdat je niet kunt ontsnappen aan het verleden of een toekomst opbouwen door de ogen dicht te sluiten voor de geschiedenis. “Geen haat, geen wrok”, stelt hij, want het geheugen bevordert gemeenschapsvorming en democratie.

Het belang van herinnering en erkenning voor slachtoffers

Hij benadrukte dat elke persoon die in Gernika werd gedood een naam, een afkomst, een verhaal en een onveranderlijke waardigheid heeft. “Dit moeten alle vertegenwoordigers in de gaten houden, omdat we het schuldig zijn aan elke slachtoffer.”

Tot slot uitte hij solidariteit met de volkeren die vandaag in oorlogen en gewapende conflicten lijden, en met de humanitaire gevolgen die nooit meer mogen voorkomen.

Spread the love