Op 26 september 2022 schreef NASA geschiedenis: doelbewust rammen ze een ruimtesonde op een asteroïde-maantje om de baan ervan te veranderen. Baanbrekend? Zeker – en vooral bedoeld als test voor planetaire verdediging, mocht er ooit een steentje te hard onze kant op komen.
Wat was nu precies de DART-missie?
Deze ingreep, officieel DART (Double Asteroid Redirection Test) genoemd, focuste op Dimorphos – het maantje van de grotere asteroïde Didymos. Dimorphos is bescheiden qua formaat: zo’n 160 meter in diameter. Toch draait het circa 11 miljoen kilometer van de aarde verwijderd zijn rond zijn grote broer. NASA’s idee: als we nú een risico leren sturen, zijn we voorbereid op wat ooit kan komen.
Botsing van 6.4 km per seconde – en dan?
De DART-sonde vloog met maar liefst 6,4 kilometer per seconde recht in op Dimorphos. resultaat: de omlooptijd van Dimorphos rond Didymos werd bijna 32 minuten korter. NASA hoopte vooraf al op 10 minuten vertraging, maar kreeg dus driedubbel resultaat in handen.
Bill Nelson, toenmalig NASA-baas, zei niet voor niets: “Dit is een beslissend moment – niet alleen voor planeetbescherming, maar voor de mensheid.” een sterke uitspraak, maar het voelt – zelfs in 2025 – zo logisch als je bedenkt dat een botsing met de verkeerde ruimtesteen serieus impact zou kunnen hebben.
Wat zagen de Europeanen met LICIACube?
Hier wordt het interessant. Dankzij de Italiaanse minisatelliet LICIACube – een klein, licht cameraatje dat met DART meereisde – zijn er super gedetailleerde beelden gemaakt tussen 29 en 243 seconden na de inslag. Ik heb die foto’s bekeken en ja, het voelt bijna onwerkelijk om brokken puin los te zien slingeren rond een asteroïde op miljoenen kilometers afstand.
Wetenschappers: “Metershoge rotsblokken als gevolg”
- Bergen puin tot 7,2 meter diameter werden door de klap uit Dimorphos geslingerd. Alsof je een Amsterdams grachtenpand plots naast Didymos ziet zweven.
- Snelheden tot 52 meter per seconde – vergelijk het met de snelste Thalys, alleen dan door de ruimte.
- Wetenschappelijk gezien? Echt een opvallende waarneming, want dit materiaal vertelt veel over de structuur van het maantje én over hoe kinetische impacten werkelijk werken in het heelal.
Onderzoek, gepubliceerd in het Planetary Science Journal begin 2025 en geleid door Tony L. Farnham, concludeerde dat die brokstukken waarschijnlijk resten waren van grotere rotsen die bij de botsing stukgeslagen zijn.
Drie keer meer kracht dan de botsing zelf
Wat misschien nog verrassender is: de uitgestoten brokken gaven samen een ruimteduw die drie keer zo krachtig was als oorspronkelijk door DART werd veroorzaakt. Die kracht werkte voornamelijk naar het zuiden – bijna haaks op de oorspronkelijke baan.
Gevolg: waarschijnlijk is de baan van Dimorphos zelfs licht gekanteld richting de evenaar van Didymos. Is het heel spectaculair? Voor wie van ruimtevaart en bijvoorbeeld ESA in Noordwijk houdt, beslist!
Waarom is dit belangrijk voor ons?
- Dit onderzoek geeft directe input voor toekomstige ‘kinetische impactor’-missies – denk aan wanneer Europa, ESA of zelfs een club uit Delft een asteroïde van koers wil veranderen.
- We leren niet alleen of het werkt, maar ook hoe stenen zich gedragen na inslag. Dat is top als je een plan B wilt maken voor aarde-bescherming.
Vervolg: Hera en nieuwe inzichten in 2026
Het laatste puzzelstukje volgt in 2026, als ESA’s Hera-sonde bij het Didymos-systeem arriveert. Die zal écht tot op centimeters nauwkeurig checken wat deze botsing op de lange termijn teweegbracht. Tot die tijd móet je het doen met de beelden en analyses tot nu toe – stiekem is dit best een uniek inkijkje in hoe snel wetenschap in de ruimte evolueert.
Oh, en mocht je m’n enthousiasme delen: bij Space Expo in Noordwijk kun je zelf modellen van deze missies bekijken. Wie weet – deze kennis kan Nederland ooit nog van pas komen, mocht een Rotterdam-size kiezelsteen richting Waddenzee vliegen.
Samengevat: Dankzij DART, LICIACube en straks Hera weten we niet alleen hoe kwetsbaar (of weerbaar!) asteroïden zijn, maar schrijven we samen aan het handboek ‘planeet beschermen 2.0’. Wie houdt het nog bij? Tijd om dit bijvoorbeeld te delen met je collega’s op kantoor – want deze ruimtegeschiedenis is allesbehalve sciencefiction.