Verandering in de interpretatie van het “derde land” concept
De Raad van de Europese Unie heeft tijdens de nacht van woensdag een voorlopige overeenkomst bereikt met het Europees Parlement over een nieuwe regelgeving. Deze wijziging houdt in dat het aantal gevallen waarin een asielzoeker kan worden afgewezen, wordt uitgebreid, onder meer door de herdefiniëring van het begrip “veilig derde land.” Het doel is om uitzettingen te vergemakkelijken door sneller te kunnen handelen.
Nieuw beleid voor het toepassen van het derde land-kenmerk
Volgens de nieuwe afspraken kunnen lidstaten in drie situaties het label “veilig derde land” toepassen. Dit betekent dat een asielaanvraag kan worden afgewezen zonder inhoudelijk te worden beoordeeld, indien de aanvrager in een niet-Europese, als veilig erkende, staat bescherming had kunnen zoeken en krijgen. Dit concept wordt nu breder geïntroduceerd, zodat het niet meer uitsluitend afhankelijk is van een directe connectie tussen de aanvrager en het derde land.
Voorwaarden voor toepassing
- Wanneer de aanvrager door het derde land is gereisd voordat hij Europa bereikte.
- In gevallen waarin er een overeenkomst of regeling bestaat die garandeert dat de aanvraag in het derde land wordt beoordeeld.
Daarnaast wordt er expliciet gesteld dat het niet mogelijk is om deze bepaling te gebruiken voor minderjarigen zonder begeleider.
Reacties en verdere stappen
De minister voor immigratie en integratie in Denemarken, Rasmus Stoklund, heeft het akkoord toegejuicht, vooral omdat het een snelle revisie betreft. Dit stelt lidstaten in staat om snel afspraken te maken met derde landen over de afhandeling van asielzaken buiten Europa.
Voor de invoering moet het akkoord nog formeel worden bevestigd door zowel het Europees Parlement als de Raad. Daarna wordt het van kracht op 12 juni 2026, waarna de bepalingen onmiddellijk bindend worden voor alle lidstaten.









