Algemene energiebesparing in Catalonië
In het jaar 2023 heeft het finale energieverbruik in Catalonië een afname van 1,5 procent laten zien ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit is een belangrijke stap in de richting van de doelstellingen voor klimaatneutraliteit die door de Europese Unie zijn vastgesteld. Op het moment worden in Catalonië 601 projecten voor zonne-energie, 63 voor windenergie en 150 voor batterijopslag gerealiseerd.
Anna Camp, directeur van het Institut Català d’Energia (Icaen), gaf tijdens het evenement ‘Transició energètica en evolució: balanç i perspectives de futur’, dat op donderdag in Barcelona plaatsvond, inzicht in deze ontwikkelingen. Daarbij benadrukte ze dat Catalonië zich ten doel heeft gesteld om het energieverbruik met 30,3 procent te verminderen tegen 2050.
Volgens Camp zou alles wat momenteel binnen de plannen valt, voldoen aan de energie-doelen die voor 2030 zijn vastgesteld. Ze erkende echter dat er nog veel werk te doen is en dat het tempo moet worden verhoogd om de doelstellingen te halen.
Gerelateerde gegevens en energie-intensiteit
Naast de nieuwe cijfers van Icaen over het energieverbruik in 2023, toont het rapport ook een daling van 8,3 procent in de finale energie-intensiteit, oftewel de hoeveelheid energie die nodig is voor de productie van één eenheid bruto binnenlands product (BBP). Het verbruik per hoofd van de bevolking is sinds 2019 met 8,9 procent gedaald, terwijl het BBP en de bevolkingsomvang toenamen. Dit geeft aan dat Catalonië minder energie nodig heeft om te groeien.
Energiemarkt en bronnen
In 2023 was de belangrijkste energiedrager in Catalonië de olie gebonden brandstoffen, die 48,9 procent van het totale energieverbruik uitmaakten. Gas natural vertegenwoordigde 18,1 procent en maakte daarmee het tweede grootste deel uit. Elektriciteit en hernieuwbare energiebronnen waren goed voor respectievelijk 25 procent en 7,2 procent van het totale verbruik.
Sinds 2019 is het totale energieverbruik met 5,6 procent afgenomen, maar de bronnen hiervan vertonen verschillende trends. Terwijl het gebruik van hernieuwbare energie met 27,3 procent is gestegen en de consumptie van steenkool met 17,4 procent, is het gebruik van olieachtige brandstoffen met 4,1 procent afgenomen, evenals gas natural met 18,6 procent, en elektriciteit met 5,1 procent.
Sectoren en energiegebruik
Binnen de verschillende sectoren is vervoer verantwoordelijk voor 39,2 procent van het energieverbruik, terwijl de industrie 31,5 procent bijdraagt. Het energieverbruik in huishoudens en de dienstensector bedraagt respectievelijk 14,1 en 13,8 procent.
De industrie heeft haar energiegebruik sinds 2019 met 11,5 procent verminderd. Binnen deze sector blijft gas natural de voornaamste energiebron, goed voor 34,5 procent van het totaal. Producten afgeleid van olie vormen 28 procent, terwijl elektriciteit 29 procent uitmaakt. Het toont een verschuiving naar industrieën die zich richten op decarbonisatie, zo benadrukte de directeur van Icaen.
Toekomst en klimaatdoelstellingen
De genoemde reducties passen binnen de ambitieuze doelstellingen van de Europese Unie. Via het Europese Pact voor Klimaatneutraliteit streeft Europa ernaar het eerste klimaatneutrale continent te worden tegen 2050. Elektrificatie speelt hierbij een cruciale rol, met een doel om de elektrificatie te verhogen van de huidige 25 procent naar 75 procent van het totaal verbruik.









