Verontwaardiging over de beslissing van het Hof en de rol van de Hoge Raad voor de Rechtspraak
De Spaanse europarlementariër en advocaat Jaume Asens heeft recentelijk zijn bezorgdheid uitgesproken over de uitspraak van het Spaanse Constitutioneel Hof omtrent voormalig openbaar aanklager Álvaro García Ortiz. Hij pleitte voor een sanctie door de Hoge Raad voor de Rechtspraak (CGPJ), omdat hij van mening is dat de rechters niet onpartijdig zijn geweest en dat enkele van hen belangenconflicten hebben door een vertrouwensrelatie met een van de partijen.
Asens herinnert eraan dat vorige week de Progressieve Fiscale Unie (UPF) de situatie bij de VN heeft aangevoerd, in de hoop dat de onafhankelijkheid van de rechters wordt onderzocht en aangepakt door de CGPJ. Hij benadrukt dat volgens de organieke wet op de rechterlijke macht er duidelijke schendingen hebben plaatsgevonden en dat de belangenconflicten bij veel rechters duidelijk zijn.
De europarlementariër wijst op de rol van een van de rechters die de veroordeling ondertekende, Antonio del Moral, die eerder heeft geleid aan de thesis van de advocaat die de vriend van de president van de Comunidad de Madrid, Isabel Díaz Ayuso, vertegenwoordigt. Volgens Asens hadden deze rechters zich hadden moeten terugtrekken of aan de rest van de rechtbank moeten aangeven dat ze vertrouwensrelaties met een van de betrokken partijen hadden, wat achteraf aan het licht is gekomen en werd verzwegen door de rechters.
De perceptie van onpartijdigheid en de invloed van politieke kleur
De problemen worden versterkt door de waarneming dat Isabel Perelló, voorzitter van de CGPJ, zich heeft geïdentificeerd met de conservatieve zijde van de rechterlijke macht. Asens verwijst naar de moeilijkheden die zullen ontstaan om tot een positieve uitkomst te komen, omdat de invloed van politieke voorkeuren de procedures mogelijk zal beïnvloeden.
Verder schetst hij een beeld van rechters die deelnemen aan opleidingscursussen georganiseerd door het College van Advocaten van Madrid (ICAM), waarvoor ze betaald hebben gekregen. Hij stelt dat deze rechters niet de juiste onpartijdigheid hebben getoond en dat ze niet alleen objectief moeten zijn, maar ook de schijn van onpartijdigheid moeten wekken, wat volgens hem niet het geval is.
De juridische en politieke controverse rondom de meldingen en gegevens
Asens noemt de zaak waarin de openbaar aanklager werd veroordeeld wegens het lekken van persoonlijke gegevens van Alberto González Amador, de partner van Isabel Díaz Ayuso, “een zeer kafkaiaanse en surrealistische situatie”. Hij bevestigt dat het hof dat de aanklager veroordeelde, zelf voor het eerst gegevens heeft gelekt die niet gedeeld hadden mogen worden, zoals persoonlijke informatie over García Ortiz, inclusief adres en e-mailadres.
Volgens de advocaat raakt deze publicatie veel meer aan de privélevens van de betrokken personen dan de geopenbaarde documenten over corruptie tijdens het proces, zoals de affaire Bárcenas. Hij vraagt zich af of de publicatie van dergelijke documenten niet ook inbreuk maakt op de privacy, ondanks dat ze betrekking hebben op processtukken.
Asens stelt dat het gerechtshof oneerlijk handelt, vooral het proces dat geleid werd door president van de rechtbank Andrés Martínez Arrieta. Hij beschuldigt hem ervan beleid te hebben geschonden door vertrouwelijke informatie vrij te geven over de beraadslagingen en over de positie van de rapporteur Susana Polo. Hij onderbouwt dit met de wetsbepalingen die het expliciet verbieden om strategische of beraadslagingen te onthullen tijdens de procedures en uitlatingen op de rechtszittingen.
