Taiwan denkt het mythische negende planeet van ons zonnestelsel te hebben getraceerd – via warmte, niet licht

Na decennialang vruchteloos zoeken naar Planeet 9 door te jagen op zwak licht, schakelde een Taiwanees team slim om: ze vonden nu twee kandidaten dankzij hun warmte. Houdt dit de toekomst van astronomie in? Hier leest u alles over deze spannende doorbraak in 2025.

Spread the love

5,2 miljoen signalen onderzocht – slechts twee kandidaten over

De zoektocht naar Planeet 9, dat hypothetische gasreus helemaal aan de rand van ons zonnestelsel, sleept al tientallen jaren voort. Poging na poging liep dood: nergens een lichtspoor of zwakke fonkeling. In 2025 komt daar nu mogelijk verandering in. Een Taiwanees onderzoeksteam koos een onorthodoxe route – in plaats van te speuren naar zwak zonlicht, kozen ze ervoor te jagen op de allerkoudste warmte. Serieus, wie had dat tien jaar terug gedacht?

Waarom denken we dat er nog een planeet is?

Ver voorbij Neptunus ligt de Kuipergordel: een ijswoestijn met tientallen mysterieuze objecten. Wat opvalt – hun banen lijken opvallend netjes geclusterd, bijna alsof een onzichtbare kracht ze regisseert. Astronomen vermoeden: daar moet iets zwaars rondzweven. En zo wordt het idee van Planeet 9 al jaren besproken. Als deze bestaat, zou ‘ie minstens vijf tot tien keer zo massief zijn als de aarde – maar hij cirkelt zeker 400 astronomische eenheden van ons vandaan. Dat is meer dan 59 miljard kilometer. Zelfs Neptunus zit er met z’n 30 AE bij in het niet.

Ogen dicht, voel met je handen

De traditionele zoektocht was lastig: het zwakke, gereflecteerde zonlicht op zo’n afstand is praktisch onvindbaar. Maar warmte – oftewel infraroodstraling – gedraagt zich anders. Het neemt maar kwadratisch af met de afstand (1/d²), terwijl lichtkracht met de afstand tot de vierde macht verzwakt (1/d⁴). Met andere woorden: een verre planeet “warm voelen” kan haalbaarder zijn dan hem zien – al voelt dat wat onwennig, zelfs voor 2025.

Data uit Japan naar de rescue

Het team van de National Tsing Hua University greep naar archiefdata van de AKARI-satelliet. Sinds 2006 vliegt deze Japanse ruimtetelescoop in een rustig baantje rond de aarde en scant hij de kosmos op infrarood-warmtegolven – exact het venster waarin een kille, verre planeet moet oplichten. Ze begonnen met een database van ruim 5,2 miljoen (!) signalen.

Daar zaten behoorlijk wat rare meldingen bij – stofwolken, ruis, spookbeelden – kortom, een fraai potje needle-in-a-haystack. Na het wegstrepen van bekende objecten, statische signalen en galactisch stof, bleven er nog 393 kandidaten over.

Slechts twee kanshebbers

Tijd voor ouderwets speurwerk. Elk van de 393 resten werd met het blote oog onderzocht. Vervelende artefacten aan de beeldrand? Meteoren? Foutjes? Weg ermee. Uiteindelijk bleef slechts een duo over: twee piepkleine warmtespotjes, precies waar Planeet 9 mogelijk verborgen zat.

Het opmerkelijke: de punten hadden de voorspelde helderheid én gaven tekenen van beweging. Ze stonden op hetzelfde plekje bij een observatie van 24 uur, maar na een half jaar was er geen spoor meer te zien op die plek. Toeval lijkt uitgesloten, maar harde bewijzen zijn er nog niet.

Wat nu? Nog geen hoera, wel een spannend spoor

De twee kandidaten gaan voorlopig door het leven als FISSSDL J0250422-15011 en FISSSDL J0301112-164240. Om écht vast te stellen dat het om Planeet 9 gaat, zijn nieuwe waarnemingen in zichtbaar licht nodig, met bijvoorbeeld de Europese Extremely Large Telescope in Chili – zo’n optisch zwaargewicht waarmee je zelfs cafépleinen in Maastricht een beetje kan uitvergroten (figuurlijk, dan).

Wordt het bewijs geleverd, dan herschrijft dat onze kijk op het zonnestelsel en onze eigen kosmische afkomst. Maar zelfs dit uitgangspunt – dat warmte zoeken slimmer is dan staren naar sterrenlicht – voelt nu al als een innovatie die het verschil kan maken. We hebben immers nu wel een écht spoor, geen hersenspinsel.

Wat betekent dit voor u?

  • De kans op de eerste directe “ontmoeting” met Planeet 9 is groter dan ooit.
  • Wetenschappers werken aan vervolgonderzoek – u kunt hun updates volgen via universiteiten en NWO.nl.
  • Infrarood-waarnemingen worden ook bij regionale sterrenwachten (denk aan Sonnenborgh in Utrecht of de Volkssterrenwacht in Bussum) steeds belangrijker. Misschien krijgt u dit binnenkort nog uitgelegd op een publieksavond.
  • Dat er nog onontdekte reuzen ronddwalen in ‘onze eigen achtertuin’ – dat maakt sterrenkunde opnieuw razend interessant.

Laat het gerust weten als u dit deelt met vrienden – dit is weer zo’n ontdekking met een verhaal eraan. Want wie weet, over een jaar praten we over Planeet 9 alsof het de Elfstedentocht is: iedereen hoopte erop, niemand wist het zeker, tot-ie ineens opdook.

Spread the love