Besluiten van de Europese Radio- en Televisievereniging
Onlangs heeft de Algemene Vergadering van de European Broadcasting Union (EBU) beslist dat Israël zal deelnemen aan de komende editie van het songfestival. Deze beslissing heeft geleid tot nieuwe standpunten van deelnemende landen, waaronder Spanje, Slovenië, Nederland en Ierland, die elk hun deelname, of het gebrek daaraan, hebben bevestigd voor 2026.
De positie van landen over de deelname
Spanje, Slovenië (RTVSLO), Nederland (AVROTROS) en Ierland (RTÉ) hadden vooraf gesteld dat zij hun aanwezigheid afhankelijk maakten van de uitsluiting van Israël uit het festival. Er is gemeld dat mogelijk ook IJsland (RÚV) zich bij deze landen zal voegen, aangezien de directie van de IJslandse omroep een vergadering heeft gepland om hierover een besluit te nemen.
Standpunten van Slovenië en de EBU
Natalija Gorscak, de voorzitter van de directie van Slovenië’s publieke omroep, uitte haar spijt dat tijdens de vergadering een zeer slimme maar mogelijk misleidende vraag werd gesteld, wat veel stemgerechtigden op het verkeerde been zette. De EBU verklaarde dat de leden, vertegenwoordigd door de aanwezigen, werden gevraagd via een geheime stemming of ze tevreden waren met de nieuwe maatregelen en garanties die vorige maand waren aangekondigd, zonder dat er gestemd werd over de daadwerkelijke deelname.
De grote meerderheid van de leden was van mening dat een nieuwe stemming over deelname overbodig was en dat het Eurovisie Songfestival 2026 volgens de planning moest doorgaan, met de nieuwe waarborgen die eerder werden vastgesteld.
De impact en uitspraken van Slovenië
Na deze stemming maakte Gorscak bekend dat Slovenië definitief niet zal deelnemen. Ze benadrukte dat de Israëlische uitvoering van vorig jaar politieke elementen bevatte, en herinnerde eraan dat vergelijkbare politieke optredens, zoals die van een Russische zanger in Oekraïne, werden verboden.
Ze refereerde aan een vroegere situatie in 2016, toen een politieke lied was gewonnen in Stockholm, waardoor de aanwezigheid van politiek in Eurovisie werd aangebracht, en stelde dat de sector sindsdien tegen politieke invloeden vecht. Slovenië beschouwt de deelname als een afweging tussen cultuur en politieke belangen, en ziet zichzelf als een pion in de belangen van de Israëlische overheid.
De oproep van de EBU voor vrede en begrip
De directie riep op tot het naleven van Europese normen van vrede en begrip. Volgens haar moet Eurovisie een plek blijven voor vreugde en samenkomst door muziek, zonder dat politieke belangen dat in gevaar brengen. Het hoofdargument was dat deelname aan Eurovisie onmogelijk is als Israël aanwezig is, uit protest tegen de situatie in Gaza en in herinnering aan de meer dan 20.000 Palestijnse slachtoffers in het conflict.
Reacties vanuit de omroepen
Kritiek vanuit de Nederlandse omroep AVROTROS
De Nederlandse omroep AVROTROS kondigde aan niet deel te nemen, gebaseerd op een zorgvuldig proces waarbij input werd verzameld van meerdere betrokken partijen, variërend van de Israëlische ambassade tot Amnesty International en Europese publieke omroepen. Taco Zimmerman, de directeur van AVROTROS, verklaarde dat deze beslissing niet lichtvaardig werd genomen en dat het festival voor hen bijzonder waardevol is. Hij benadrukte dat universele waarden zoals mensenrechten en persvrijheid voor hen absoluut zijn, en dat de politieke interfere van vorig jaar aantoonde dat de onafhankelijkheid van het festival onder druk staat.
Standpunt van Ierland
De Ierse omroep RTÉ bevestigde dat haar standpunt onveranderd blijft en dat zij niet zal deelnemen aan de Eurovisie editie van 2026 noch het evenement zal uitzenden. De redenen daarvoor liggen in de voortdurende humanitaire crisis in Gaza, met hoge sterftecijfers en gevaar voor burgers, evenals de aanwezigheid van gerichte aanvallen op journalisten tijdens het conflict.
De Spaanse beslissing
Op dezelfde dag kondigde ook Spanje, via RTVE, haar terugtrekking aan. Het bestuur van RTVE gaf eerder in september aan dat Spanje zou stoppen met de deelname indien Israël in de competitie aanwezig zou zijn. RTVE’s voorzitter José Pablo López stelde dat Eurovisie meer dan ooit een geopolitische aangelegenheid is, die verdeeld en gedomineerd door politieke belangen.
Hiermee ontbreekt Spanje niet alleen in de internationale finale, gepland voor 16 mei in Wenen, maar ook in de halve finales die op 12 en 14 mei plaatsvinden.









