Politieke boodschappen vanuit Podemos en de reactie op actuele kwesties
De woordvoerder van Podemos, Irene Montero, heeft kritiek geuit op de manier waarop de sociale democratie PSOE omgaat met recente gebeurtenissen. Tijdens een ontbijtlezing van het Club Siglo XXI, gehouden in het Hotel Eurobuilding in Madrid op 1 december 2025, benadrukte zij dat de partij de arrestatie van voormalig minister José Luis Ábalos zonder verdere actie moet blijven volgen. Volgens Montero moet links de corruptie niet bagatelliseren, ongeacht de bron ervan.
Ze bekritiseerde daarnaast het passieve gedrag van de socialistische partij ten opzichte van de vermeende coupstrategie van rechts, waarbij zij hoopt dat er een vermindering van de spanningen plaatsvindt en dat herenigingen met de elites mogelijk worden. Montero bevestigde dat de strategie van ‘lawfare’ gericht is op het tegenhouden van premier Pedro Sánchez.
Versterken van de linkse kracht en politieke mobilisatie
Ze herhaalde dat in de huidige politieke sfeer alleen Sánchez de macht heeft om verkiezingen uit te roepen. Podemoss wordt zich volledig inzetten om een sterke linkerzijde op te bouwen en om te zorgen dat de partij weer deel uitmaakt van de regering. Ze stelde dat de PSOE niet in staat is zich te weerhouden tegen wat zij de ‘rechterlijke coup’ noemde.
Volgens Montero is het onacceptabel dat, nu Ábalos en voormalig adviseur Koldo García in voorlopige hechtenis zitten, de PSOE wacht met het beëindigen van contracten met bedrijven als Acciona. Zij riep op tot een verbod op het toekennen van openbare werken aan corrupte ondernemingen.
De reactie op de protesten en de vermeende coup
De partijleider van Podemos, Montero, betoogde dat de protestactie van het Partido Popular (PP) op zondag bedoeld was om de coupstrategie te camoufleren. Volgens haar past deze poging niet meer binnen enig democratisch masker, en onderkent ze dat de oppositie op deze manier haar radicaliteit niet kan verbergen.
Over de mogelijk juridische aanpak van de oppositie ten opzichte van de regering, stelde Montero dat dit onderdeel is van een bredere depressie binnen rechts, dat niet langer bereid is andere machtsopties of basisregels te accepteren. Zij verwijst hierbij naar laatste ontwikkelingen sinds de overgangsperiode na de dictatoriale periode.
Het gebrek aan actie van PSOE en laakbare woorden over de democratie
Ze beklemtoonde dat voor haar het echte probleem niet de mogelijke juridische vervolging van Sánchez is, maar de vermeende inactiviteit van de PSOE. Volgens haar toont de partij weinig tot geen initiatief in de strijd tegen rechtse ‘zwarte propaganda’ en de politieke vervolging van Podemos en onafhankelijkheidsbewegingen.
Bovendien uitte Montero haar kritiek op de schuld die PSOE zou dragen in het negeren van de ‘gulzige’ overspanningen van de rechtse elite, waarbij ze beweert dat, in tegenstelling tot wat de partij beweert, in het verleden de rechtsstaat niet voldoende werd beschermd. Ze verklaarde dat het laten bestaan van de monarchie onder leiding van Juan Carlos I, die volgens haar banden heeft met het fascistische regime van Franco, het bewijs is dat de overgang slechts een pact van vergetelheid was.
De monarchie en haar rol in de Spaanse democratie
Volgens Montero vertegenwoordigt de monarchie nog steeds een rem op echte democratische ontwikkeling. Ze betwijfelt of de monarchie, die volgens haar werd aangewezen door Franco, nog wel een legitiem onderdeel van de democratische structuur is. Ze stelde dat de monarchie een broedplaats is voor reactionaire krachten en dat het bestaan ervan een democratische anomalie vormt.
Ze voegde eraan toe dat de spectaculairste zijde van de monarchie het feit is dat de voormalige koning Juan Carlos I, volgens haar opinie, zich niet voldoende heeft verzet tegen de overgang van de dictatuur naar de democratie, waarin hij zelf functies vervulde. Ze stelde dat geen van de voormalige Franco-beleidsmedewerkers ooit is veroordeeld, wat volgens haar de strijd voor volledige gerechtigheid in de weg staat.
Economische ongelijkheid en maatschappelijke verdringing
De nummer twee van Podemos stelde dat het huidige economische en politieke model ten einde loopt. Zij presenteert een alternatief gebaseerd op het uitbreiden van burgerrechten en het versterken van democratische principes binnen een multinationale republiek. Bijvoorbeeld, ze stelt dat de prinses Leonor zelf namens haar land moet deelnemen aan verkiezingen indien zij zich wil kandidaat stellen voor het staatshoofd.
Ze wijst erop dat de positieve macro-economische cijfers voor het grootste deel verborgen zijn achter een systeem dat de rijkdom niet herverdeelt, maar vooral ten goede komt aan grote bedrijven en financiële instellingen. Volgens haar gaat dit ten koste van de buren en de gewone families, die de grootste lasten dragen.
Podemoss voorstanders pleiten voor wetten die huurprijzen beperken, het huisvestingsbeleid hervormen door het onteigenen van leegstaande woningen, de speculative aankoop van vastgoed verbieden en de belastingen op de rijken verhogen. Verder wordt de oprichting van een publieke voedselvoorziening en een nationaal zorgsysteem voorgesteld onder de noemer ‘billijke prijzen’.
Tot slot wierp Montero de vraag op of deze voorstellen, die door sommigen als ‘bolivariaans’ worden gekwalificeerd, mogelijk nog effectiever zijn dan de bestaande economische strategieën van de elites.









