Het standpunt van de Magistratuurorganisatie
De Algemene Vereniging van de Magistratuur (APM) heeft een officiële verklaring ondertekend waarin ze haar verontwaardiging uitspreekt over de uitgebreide aanvallen en beledigingen die gericht zijn aan het Hof van Cassatie en de rechterlijke macht. Dit kwam na opmerkingen van de Spaanse premier Pedro Sánchez, die beweerde dat het openbaar ministerie, vertegenwoordigd door de procureur-generaal Álvaro García Ortiz, onschuldig was terwijl hij nog terechtstond.
Deze verklaring markeerde het afsluitmoment van het 27e Nationale Congres van de APM, met als titel ‘Onafhankelijke rechtspraak, garantie van democratie’, dat vanaf woensdag in Murcia plaatsvond.
De reactie van de overheid en de eisen van de magistratuur
Félix Bolaños, minister voor Presidency, Justitie en Relaties met de Parlementaire Kamers, was aanwezig bij de sluitingsceremonie. Hij verdedigde de woorden van Sánchez, stellend dat in een democratie “kritiek geven en het oneens zijn met een gerechtelijke beslissing” mogelijk is, zolang het met respect gebeurt. Volgens hem is dat een fundamenteel onderdeel van democratisch debat, en hij verwijst hierbij naar vrijheid van meningsuiting en de mogelijkheid van beroep.
Bolaños benadrukte dat er geen sprake is van het legitimeren van de rechterlijke macht in haar geheel of van individuele rechtbanken.
Vertegenwoordiging en kritiek vanuit de magistratuur
De presidenta van de APM, Mª Jesús del Barco, uitte haar teleurstelling over wat zij noemde “de polarisatie tussen verschillende groepen,” die volgens haar heeft geleid tot het ontbreken van een nationale akkoorden over de rechtsstaat. Ze uitte haar twijfel over de plannen om 2.500 nieuwe rechters en officieren van justitie aan te stellen, vooral omdat het centrale kabinet niet over de benodigde begrotingsmiddelen beschikt.
Del Barco maakte duidelijk dat de meeste rechters en officieren van justitie, ongeveer 57 procent, vrouwen zijn. Slechts 5,84 procent van hen heeft een ander lid van de rechterlijke macht in de familie. Ze verwerpt het idee dat rechtspraak een privilege is dat men via familiebanden krijgt, en benadrukt dat de meeste haar positie hebben verkregen door gespreid en hard werk.
Ze veroordeelt ook een door de overheid gevoerde campagne getiteld “Rechts kunnen worden zoals je vader,” en bekritiseert dat het beleid vooral bestaande machtsstructuren wil controleren en niet gericht is op de daadwerkelijke onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.
De politieke en juridische discussie tijdens het congres
Bolaños benadrukte dat hij aanwezig was om te luisteren en te begrijpen, omdat dit congres de grootste vertegenwoordiging van de rechterlijke organisatie is. Hij verklaarde dat hij dit deed om gehoord te worden, en dat hij hoopte dat na zijn toespraak de aanwezigen zouden denken dat hij niet de intentie heeft om de rechtsstaat of de rechterlijke onafhankelijkheid te ondermijnen.
Hij sprak over zijn “reformistische missie” om illegale en verouderde wetten en regels te herzien. Volgens hem is het niet reformeren van deze wetten schadelijk voor de rechtstaat, maar juist noodzakelijk om de problemen op te lossen en verbeteringen te realiseren.
Bolaños bevestigde dat geen enkele hervorming afbreuk doet aan de zelfstandigheid van de rechterlijke macht of aan de scheiding der machten. Daarnaast verwees hij naar de recente hervormingen die de efficiëntie binnen het justitiële systeem hebben verbeterd. Zo zou de arresten- en zaakafhandeling met ongeveer 5 procent zijn afgenomen, met name in de gemeente Molina de Segura waar een reductie van 92 procent werd gemeld.
Hij bracht verder naar voren dat de nieuwe wetgeving gericht op het bieden van geschikte oplossingen voor conflicten, heeft geleid tot een reductie van civiele zaken met 9 procent. Tijdens de presentatie reageerden de aanwezigen met gelach toen hij zei dat het Openbaar Ministerie autonoom opereert, wat hij betreurde omdat sommigen lachten.
Wat de uitbreiding van het rechterlijke corps betreft, gaf Bolaños aan dat bij de toelating van 2.500 nieuwe rechters de budgettering al in de wet is opgenomen. Afhankelijk van de goedkeuring van de begrotingswet zullen deze posities in drie jaar worden ingevuld.
Ten slotte gaf hij aan dat de vervanging van onderrechters via selectiewedstrijden zal plaatsvinden — met de bedoeling de kwaliteit te waarborgen. Als deze niet aan de normen voldoet, worden ze niet toegelaten tot de rechterlijke macht en krijgen ze compensatie.









