De waarschuwing van milieugroepen tegen versnelde deregulering
Een coalitie van organisaties, waaronder BirdLife Europe, ClientEarth, het Europees Milieubureau en WWF EU, heeft hun bezorgd geuit over de toenemende beweging binnen de Europese Unie om milieuregels te versoepelen of te schrappen. Ze reageren op de aangekondigde voorstellen, zoals de Environmental Omnibus-richtlijn, die volgens plannen op 3 december worden gepresenteerd. Volgens deze groepen is de koers van de EU in het verlagen van milieunormen niet alleen onwenselijk, maar ook potentieel gevaarlijk.
De organisaties stellen dat deze deregulering zonder voldoende inspraak van de burgers plaatsvindt, terwijl uit rapporten van de Europese Commissie blijkt dat het niet naleven van milieuregels jaarlijks circa 180 miljard euro kost, wat ongeveer één procent van het Europese Bruto Binnenlands Product (BBP) vertegenwoordigt.
Gevolgen van het falen van milieubeschermingsmaatregelen
Een voorbeeld dat wordt aangehaald door de coalitie, betreft het stuwmeer van As Conchas in Ourense. Daar heeft de tweede afdeling van het Gerechtshof van Galicië in de zomergeoordeeld dat de regionale overheid en de Miño-Sil Hydrographische Conferentie nalaten passende maatregelen te nemen tegen de milieudegradatie van het reservoir. Het oordeel werd uitgesproken omdat deze instanties hun verantwoordelijkheden schonden en de rechten van de lokale bewoners niet beschermden.
Volgens de organisaties is het mogelijk dat zulke rechtszaken vaker voorkomen, vanwege bestaande Europese wetgeving die slachtoffers, gemeenschappen en overheden de bevoegdheid geeft om milieuproblemen aan te vechten. Als de voorziene versobering en afschaffing van deze wetten worden doorgevoerd, riskeren zij dat de milieubeschermingsmaatregelen verloren gaan.
Dit zou betekenen dat milieuproblemen onbeheersbaar blijven, waardoor alle juridische middelen om deze aan te pakken verdwijnen. De coalitie benadrukt dat het afzwakken van deze regels niet alleen negatieve gevolgen kan hebben voor het milieu, maar ook voor de concrete toepassing en handhaving ervan.
Economische belangen en de wens voor stabiliteit
Er wordt ook kritiek geuit op de motivation achter de deregulering, namelijk dat het de concurrentiekracht van Europese bedrijven zou schaden. Volgens de coalitie willen de meeste ondernemingen in Europa vooral duidelijkheid en stabiliteit, zodat ze kunnen plannen en investeren binnen solide regels. De industrie profiteert volgens hen van duidelijke normen die stabiliteit en voorspelbaarheid bieden en innovatie aanmoedigen.
Luis Suárez, de coordinatieleider milieubescherming bij WWF Spanje, vertelde aan Europa Press dat een van de gevolgen van de voorgestelde Omnibus-wetgeving waarschijnlijk is dat de Richtlijn Water wordt versoepeld, en dat er zelfs geruchten gaan dat dit de Natura Restorationswet kan beïnvloeden. Hij bezwoer dat de huidige trend gericht lijkt op het reduceren van eisen die, volgens sommige sectoren en de Europese Commissie, belemmeringen vormen voor industriële ontwikkeling en veiligheid, terwijl dit op politiek niveau verdedigd wordt.
Het politiek proces en de rol van belanghebbenden
Na indiening van het nieuwe wetsvoorstel zal het volgens Suárez een vergelijkbaar proces volgen als bij andere Europese regelgeving: beoordeling door de Raad van Ministers (in dit geval, Milieuministers), gevolgd door een stemming in het Europees Parlement. Afhankelijk van de verschillen tussen de drie voorstellen, zal er een trilogesysteem worden toegepast, waarin onderhandelingen tussen de drie instellingen plaatsvinden.
De reeds bestaande consensus dat triloges meestal niet nodig zijn, kan onder de huidige omstandigheden veranderen. De situatie wijst op de mogelijkheid dat de wijzigingen die worden voorgesteld, ingrijpender en mogelijk meer agressief zullen zijn, zowel door het Parlement als door de Raad van Ministers, wat de procedurecomplexiteit kan vergroten.
De milieugroepen eisen dat het proces transparanter verloopt en dat diverse belanghebbenden actief betrokken worden. Daarnaast moeten alle voorstellen volgens wetenschappelijke criteria worden beoordeeld, met duidelijke doelen en gekoppeld aan technische en beheersmatige kaders. Suárez benadrukt dat de Richtlijn Water nog niet volledig ontwikkeld is en dat de huidige inspanningen gericht zijn op het behalen van bestaande doelstellingen, terwijl verdere versoepelingen de ambitie kunnen ondermijnen — niet alleen voor waterbeheer, maar ook voor andere milieuwetgevingen.









