Inleiding en achtergrond
José Luis Ábalos Meco, een voormalig minister, is onlangs in voorlopige hechtenis geplaatst op bevel van de aanklager in het ‘Koldo-zaak’ van het Spaanse Hooggerechtshof. Ábalos, geboren in Torrente (Valencia) op 66-jarige leeftijd en zoon van de matador Heliodoro Ábalos, beter bekend als ‘Carbonerito’, heeft bijna tien jaar lang een prominente rol gespeeld in de Spaanse politiek. Hij was aanvankelijk lid van de top van de Partido Socialista Obrero Español (PSOE), waar hij vanaf 2017 werd beschouwd als een naaste adviseur van Pedro Sánchez. Geleidelijk aan eindigde zijn invloedssfeer in een daling die begon bij zijn plotselinge vertrek uit de regering in 2021 en leidde tot zijn expulsie uit de PSOE-groep in 2024, na de arrestatie van zijn assistent Koldo García.
Begin van politieke carrière
Ábalos begon zijn politieke loopbaan in de provinciale PSPV van Valencia en de regionale overheid van de Comunitat Valenciana. In 2000 stelde hij zich kandidaat voor het secretariaat-generaal van de socialisten in Valencia, maar werd toen verslagen. Zijn entree op het nationale politieke toneel vond plaats in december 2016, toen hij tijdens een kleine persconferentie in een hotel in Madrid de kandidatuur van Pedro Sánchez aankondigde om het partijleiderschap te heroveren na de crisis rond de campagne ‘No es no’.
Rol binnen de PSOE en campagneactiviteiten
Sánchez, die in 2014 zijn eerste primaries had gewonnen na het aftreden van Alfredo Pérez Rubalcaba, gaf in november 2016 het leiderschap van de partij op door zich niet te distantiëren van de investeringsprocedure voor Mariano Rajoy. Dit opende de weg voor een interim-bestuur en het organiseren van nieuwe primaries. Ábalos, toen al parlementslid sinds 2009, was een belangrijke steunpilaar in de campagne van Sánchez. Hij verzamelde de benodigde handtekeningen voor de kandidatuur en vergezeld hem op inzittende ritten in een bekend ‘Peugeot’ tijdens de campagne. Tijdens de verkiezingen versloeg Sánchez de favoriet Susana Díaz uit Andalusië en Patxi López, de huidig parlementair woordvoerder, die ook meedeed.
Politieke functies en invloed
In 2017 kreeg Ábalos de functies van lid van de Spaanse parlementaire commissie en werd hij benoemd tot secretaris van Organisatie van de PSOE, waardoor hij de derde man werd van de partij. In mei 2018 leidde hij de presentatie van Pedro Sánchez’s kandidatuur voor de motie van afkeuring tegen Mariano Rajoy voor het Congres, na de uitspraak over de Gürtel-zaak. Nadat Sánchez premier werd, benoemde hij Ábalos als minister van Volkshuisvesting, een portefeuille die bijzonder opvallend was vanwege het hoge investeringsbudget en de grote projecten op overheidsniveau.
Verlies van vertrouwen en politieke nederlaag
Voor meer dan een jaar bleef Ábalos als vertrouwenspersoon dicht bij Pedro Sánchez, zowel binnen de partij als in de regering. In juli 2021 werd hij zonder uitgebreide verklaring vervangen. Sánchez stelde dat er een nieuwe fase moest ingaan en ontkende dat er enige aanwijzingen waren van verkeerd gedrag door Ábalos met vrouwen of met overheidsfondsen. Tegelijkertijd droeg Ábalos zijn functie als secretaris van Organisatie over aan Santos Cerdán, een collega van Sánchez die later enkele maanden in voorlopige hechtenis zat vanwege de ‘Koldo-zaak’.
Controverses en juridische problemen
In februari 2024, na de arrestatie van Koldo García – Ábalos’ ‘schaduw’ in de Ministeries van Volkshuisvesting en Transport – werd hij door de PSOE-leiding gesignaleerd en geëist dat hij zijn zetel zou opgeven vanwege de ernstige beschuldigingen tegen zijn adviseur. Ábalos weigerde dit en werd daarom uit de PSOE-fractie gezet, waarna hij in de Tweede Kamer werd geplaatst in de Groep Gemengd. De gerechtelijke onderzoeken namen in een stroomversnelling en begin dit jaar gaf het Congres toestemming aan het Hof van Procurement om Ábalos te onderzoeken. Daarbij stemde iedereen voor.
Maanden later plaatste het Openbaar Ministerie Ábalos als de ‘leidinggevende’ van een vermoedelijk maskersysteem, dat zou bestaan uit zijn ex-adviseur Koldo García en de ondernemer Víctor de Aldama. Het OM eiste 24 jaar cel en voorlopige hechtenis voor hem.









