Dit is het pensioen­systeem voor elk Europees land – Café Adéle

Europese pensioenstelsels zijn gebaseerd op verschillende uitgangspunten. Elk EU-land kent een eigen mengvorm van solidariteit en opbouw, met unieke rekenmethodes. Ontdek hoe het Nederlandse systeem zich verhoudt tot de rest van Europa.

Spread the love

In Europa zijn pensioensystemen opgezet volgens uiteenlopende principes. Elk EU-land heeft wél een vorm van een omslagstelsel — werkende burgers betalen voor de gepensioneerden — maar de manier waarop het pensioen wordt berekend, verschilt enorm per land.

Nu de pensioendiscussie in Frankrijk eindeloos lijkt te duren, is het verfrissend om ook net over de grens rond te kijken. De Nederlandse pensioenwereld — zelf volop in transitie — blijkt een uniek mengsel van systemen die door heel Europa voorkomen. tijd voor wat helderheid!

Het Nederlandse systeem: hybride aanpak

In Nederland kennen we een drielaags pensioensysteem:

  1. AOW (eerste pijler): de basisvoorziening van de overheid wordt gefinancierd via het omslagprincipe. Werkenden dragen bij aan de uitkering voor huidige gepensio­neerden — het is dus een kwestie van solidariteit tussen generaties. Iedere ingezetene ontvangt een basisbedrag, los van het salaris tijdens hun loopbaan.
  2. Werkgeverspensioen (tweede pijler): opgebouwd via premies door werkgever en werknemer en belegd voor later. Sinds de Wet toekomst pensioenen — inmiddels vertrouwd in 2025 — krijgen Nederlanders hun eigen persoonlijke pensioenpotjes. Dat lijkt qua opzet steeds meer op systemen in buurlanden als Zweden.
  3. Individuele pensioenvoorzieningen (derde pijler): dit is het vrijwillige, particuliere stuk: bijvoorbeeld aanvullend sparen of een bancaire lijfrente. Het zal geen verrassing zijn; producten van Brand New Day of Nationale-Nederlanden zie je in iedere vergelijkingssite terug.

Drie belangrijke rekenmodellen in Europa

De EU telt grofweg drie logica’s voor de berekening van pensioenrechten:

  1. Het annuïteitensysteem: vooral populair in Frankrijk, België, Spanje en Portugal. Uw pensioen is gebaseerd op het aantal dienstjaren, uw gemiddelde inkomen, en een omzettingsfactor. Een klassieker — wie langer werkt en meer verdient, krijgt een hoger pensioen.
  2. Puntensysteem: vooral bekend uit Duitsland, Roemenië en Slowakije. Elk jaar worden punten verzameld op basis van betaalde premies. Aan het einde telt het aantal punten én hun geldende waarde. Men zegt wel: “je pensioen is zo sterk als je puntenaantal.”
  3. Virtueel pensioenrekening (notionaal stelsel): deze methode — gezien in Denemarken, Zweden, Italië — rekent met een pot die meegroeit met je carrière. Aan het einde van de rit wordt dit virtuele saldo umgezet in maandelijkse uitkering, waarbij zaken als de verwachte levensduur meewegen. Interessant detail: de Nederlandse persoonlijke pensioenpot volgt sinds 2025 grotendeels dit idee.

Ierland heeft trouwens weer een mengvorm — daar verrassen ze je graag met een eigen draai.

Twee historische modellen

Volgens kenners draait het eigenlijk altijd om twee archetypes:

  • Bismarck-model: draait om solidariteit tussen generaties en behoud van levensstandaard. Het pensioen is gekoppeld aan je laatstverdiende loon. Veel Nederlandse aanvullende pensioenen zijn hierop gestoeld en volgen in feite dit spoor.
  • Beveridge-model: zorgt voor een basisvoorziening voor iedereen, betaald uit algemene middelen — gericht op het voorkomen van armoede. De Nederlandse AOW is het schoolvoorbeeld.

Conclusie: Nederland in perspectief

Nederland combineert dus elementen uit verschillende Europese systemen. De AOW is een solidaire basis (Beveridge), terwijl het werkgeverspensioen streeft naar behoud van levensstandaard (Bismarck) — maar nu gefinancierd via kapitaalopbouw.

Met de Wet toekomst pensioenen schuiven we naar een model dat sterk lijkt op de virtuele pensioenrekening van Zweden en Denemarken. Dit laat zien dat Nederland niet stilzit: aanpassingen volgen elkaar op, elk met een knipoog naar lokale gewoontes én harde demografische feiten. En tussen u en mij — de kans dat u deze kennis binnenkort gebruikt in een gesprek aan de koffietafel, is behoorlijk groot…

Spread the love