De beschuldiging aan de Spaanse rechterlijke macht
Antonio Maíllo, de nationale coördinator van Izquierda Unida (IU), heeft recentelijk aangegeven dat de rechters van de Tweede Kamer van het Spaanse Hooggerechtshof handelen “op politieke wijze” door een uitspraak te doen tegen de procureur-generaal van de staat, Álvaro García Ortíz. Tijdens een interview op ‘Despierta Andalucía’ op Canal Sur TV, dat door Europa Press werd geciteerd, uitte Maíllo scherpe kritiek op het feit dat het vonnis werd gepubliceerd zonder dat de volledige uitspraak was afgelegd. Volgens hem toont dit een houding van “provocatie” van deze magistraten, die in zijn ogen deel uitmaakt van een staatsoperatie bedoeld om de regering te ondermijnen. Hij roept de burgers op tot het rebelleren tegen deze situatie.
De selectie van de vervanger voor García Ortíz
Maíllo besprak ook de mogelijke benoeming van Teresa Peramato als opvolger van García Ortíz. Hoewel hij haar professionele achtergrond prijst en haar reputatie binnen het Openbaar Ministerie als onbetwistbaar beschouwt, benadrukt hij dat de motieven achter de vervanging problematisch zijn. Volgens Maíllo is de aanleiding voor haar benoeming gerelateerd aan de omstreden situatie rond García Ortíz, die hij omschrijft als een “schandaal en schande”.
De vermeende politieke betrokkenheid van rechters
Volgens Maíllo is García Ortíz onterecht beschuldigd zonder bewijs, en is de zaak gestoken in een context die volgens hem vooral politiek gemotiveerd is. Hij beschouwt de publicatie van het vonnis zonder dat de volledige tekst bekend is als een vorm van arrogantie door het hof, die wijst op een poging tot het destabiliseren van de regering. Dit scenario noemt hij een voorbeeld van een “volksvertegenwoordiger zonder rechtspraak” en spreekt hij van een “schaamteloze actie” tegen de hoofdaanklager van de staat.
Maíllo verklaart dat ondanks dat een overgang in de publieke taak van de procureur noodzakelijk is, de negatieve invloed en de politieke motieven achter de zaak niet over het hoofd mogen worden gezien. Hij waarschuwt dat deze situatie de rechtsorde schaadt en de institutionele fundamenten van de staat ondermijnt. Volgens hem is deze kwestie een hoofdstuk geworden in de geschiedenis van de “smadelijke rol van bepaalde sectoren binnen de rechterlijke macht”.









