Hoe onafhankelijke rechtspraak onder druk staat: Kritiek op judiciële integriteit

De uitspraken van de minister van Gelijkheid

De minister voor Gelijkheid, Ana Redondo, uitte deze ochtend haar kritiek op drie van de zeven rechters van het Hooggerechtshof die het Openbaar Ministerie-advocaat Álvaro García Ortiz hadden beoordeeld. Ze stelde dat zij niet “voorzichtig” genoeg waren geweest met betrekking tot hun “individuele onafhankelijkheid”, omdat zij deelnamen aan conferenties georganiseerd door de Orde van Advocaten.

Context van de aantijgingen

Deze opmerkingen kwamen tijdens een interview bij TVE, waarin een verslaggever haar vragen stelde over de deelname van de rechters Andrés Martínez Arrieta (voorzitter van de kamer die García Ortiz had berecht), Juan Ramón Berdugo en Antonio del Moral aan cursussen die werden gegeven door de Advocatenorganisatie van Madrid. Deze organisatie was één van de partijen in de zaak tegen García Ortiz. De cursussen vonden plaats in ruil voor betaling en tijdens de beraadslagingen over de uitspraak.

De rol van de rechterlijke onafhankelijkheid

De minister verklaarde dat zij het systeem van de rechterlijke macht en het gerechtelijk systeem in het land respecteert en ervan uitgaat dat deze functioneren en niet in twijfel moeten worden getrokken. Tegelijkertijd voegde ze eraan toe dat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht “moet worden aangetoond” en dat men “zeer voorzichtig moet zijn met de schijn van onafhankelijkheid”.

Volgens haar ondermijnt de informatie over de betrokkenheid van de rechters deze schijn van onafhankelijkheid, die essentieel is voor de legitimiteit van uitspraken en gerechtelijke beslissingen.

Ongelooflijke kwetsbaarheid van de onafhankelijkheid

De minister benadrukte dat de onafhankelijkheid “fragiel” is en dat rechters deze elke dag moeten versterken door hun houding. In haar ogen zijn de betrokken rechters, in dit geval, “niet zo voorzichtig geweest als zij hadden moeten zijn”.

Spread the love