In 1869 werd het grootste goudklompje ooit gevonden — toch leeft de familie van de vinder nu heel gewoon

Twee Australische mijnwerkers vonden in 1869 het grootste goudklompje uit de geschiedenis: de ‘Welcome Stranger’. Inmiddels is hun familie allesbehalve rijk. Ontdek het echte verhaal achter deze bijzondere vondst en waarom rijkdom soms geen generaties meegaat.

Spread the love

In 1869 groeven twee Australische mijnwerkers, John Deason en Richard Oates, het grootste goudklompje ooit gevonden uit de grond. Ze noemden het de ‘Welcome Stranger’ — en het woog zo’n 72 kilo. Tegenwoordig zou zo’n vondst miljoenen euro’s waard zijn, maar destijds verkochten ze het voor 10.000 pond. Omgerekend naar euro’s van nu — dat is echt een schijntje, als je bedenkt hoeveel zo’n goudklomp vandaag zou kosten.

Meer dan 150 jaar later is een replica van de Welcome Stranger nog steeds te bewonderen in het stadsmuseum van Dunolly in Victoria. De stad zelf viert de vondst elk jaar opnieuw, met markten en een soort ouderwets festival — typisch Australisch. Hoewel Deason en Oates door de ontdekking hun leven een flinke draai konden geven, is er vandaag de dag bij hun familie niets meer van te zien. Niet eens een sieraad, gemaakt van het oorspronkelijke goudstuk.

Rijkdom die niet bij de familie bleef

In 2019, ter gelegenheid van het 150-jarig jubileum van de ontdekking van de Welcome Stranger, vertelde Arthur Dyson — achterkleinzoon van John Deason — zijn verhaal aan het Australische dagblad The Age. Arthur, toen zelf al 81, gaf eerlijk toe dat hij nooit juwelen of tastbare overblijfselen van het fortuin van zijn voorvader had gezien. Hoogstwaarschijnlijk moesten de families hun kostbare bezittingen verkopen ten tijde van de grote depressie.

Arthur, die in de buurt van de vindplaats nog steeds schapen hield, vertelde dat zijn grootvader zijn geluk hoopte te verlengen met de aankoop van een grote boerderij. Maar helaas — foute investeringen in nieuwe mijnprojecten kostten hem bijna alles. “Hij werd zelfs failliet verklaard voordat hij stierf,” vertrouwde Arthur de journalist toe.

Zijn dochter, Suzy Deason, werkt tegenwoordig als senior beleidsmedewerker bij het ministerie van Water, Natuur en Klimaat (DECCA). Zij merkte in 2019 op dat er nog altijd schatzoekers naar de regio trekken, op zoek naar het volgende grote stuk goud. “Ik ken iemand die vijf jaar met een metaaldetector door het gebied liep en pas vorig jaar z’n eerste vondst deed. Zoals bij elke hobby — de een blijft oefenen, de ander geeft het snel op,” aldus Suzy.

Opvallend genoeg herkennen veel goudzoekers Suzy aan haar achternaam, en als ze haar familieverhaal hoort, schiet steevast de vraag: ‘Kan je me laten zien waar het goud toen lag?’ Arthur, die inmiddels geen graafwerk meer op zijn land toestaat, lacht dan vaak: “Als ik weet waar het ligt, zou ik het allang zelf hebben gevonden.”

Recente vondsten

De Welcome Stranger is tot op vandaag het grootste ooit gevonden goudklompje — het was zelfs zo groot, dat het in stukken moest worden gehakt om te vervoeren. Volgens de collectiesite van Museums Victoria ligt de waarde vandaag tussen de drie en vier miljoen euro. Toch zijn er de afgelopen decennia ook mooie, kleinere vondsten gedaan in Australië.

Neem nu de Golden Beauty, een klomp van bijna 20 centimeter en ruim vier kilo schoon aan de haak — gevonden in 1979 door John en Frances Aggiss bij de Kalgurlie-mijn in West-Australië. Deze klomp werd onlangs nog geveild, vanaf een startprijs van €400.000. Dat zijn bedragen waarvoor je in Amsterdam nauwelijks een parkeerplaats koopt…

Wat kunnen we hiervan leren? Zelfs als u nu een ‘once in a lifetime’ vondst doet — rijkdom is niet vanzelfsprekend blijvend. Goed plannen, verstandig investeren en uw verhaal bewaren voor de volgende generaties blijven minstens zo belangrijk als een glimmend stuk goud in uw kast.

Spread the love