Een verrassende vondst in Belize werpt nieuw licht op de macht en contacten van de oude Maya’s. Texaanse archeologen, samen met het Belize Archaeological Institute, hebben recentelijk het graf van de allereerste heerser van de Maya-stad Caracol opgegraven. De inhoud? Meer dan alleen eeuwenoude botten – het graf bevat een ongekende collectie aan rituele en symbolische voorwerpen. Het lijkt bijna alsof de Caracoleños destijds wisten dat hun verleden in 2025 razend interessant gevonden zou worden.
Inhoudsopgave
Texaanse archeologen ontdekken graf van eerste Maya-leider
Arlen en Diane Chase, een echtpaar van de Universiteit van Houston, staan al meer dan 40 jaar aan het hoofd van het Caracol Archeologisch Project. Dankzij de inzet van ultramoderne LiDAR-technologie – een soort laserscanner die vegetatie letterlijk ‘doorkijkt’ – hebben ze diep verborgen structuren en nu dus ook het graf van de eerste Caracol-heerser, Te-Kab-Chaac, gevonden.
Caracol, gelegen in het huidige Belize en tegenwoordig zelden op de bucketlist van vakantiegangers uit Rotterdam of Utrecht, was ooit de grootste Maya-locatie in het gebied. volgens de universiteit strekte de stad zich uit over zo’n 10 kilometer en huisvestte ooit rond de 100.000 mensen. Om het in perspectief te plaatsen: dat zijn meer inwoners dan bijvoorbeeld Leiden.
Het opgegraven graf lag onder een oudere koninklijke kamer en bevatte een indrukwekkend stel artefacten: elf keramische potten, met Jade ingelegde sieraden, maskers met mozaïek van jadeiet, prachtig gesneden botten, schelpen uit de Stille Oceaan en zelfs organisch materiaal. Alsof iemand zijn laatste dag aan het strand in Scheveningen had vastgelegd – maar dan 1700 jaar geleden.
Bijzonder: sommige potten vertonen afbeeldingen van een Maya-leider met een speer, omringd door geschenken van goddelijke figuren. Een andere pot toont Ek Chuah, de god van de handel. En dat allemaal gegraveerd in het aardewerk. Vier potten dragen zelfs figuren van gevangenen, een terugkerend thema in bijzondere graven uit deze tijd. De deksels van twee potten, mocht u dit detail willen noteren voor een pottenbakkersquiz, zijn versierd met handvatten in de vorm van het hoofd van een coatimundi – een soort neusaap die opvallend vaak als koninklijk symbool gold.
De heerser zelf – waarschijnlijk een oudere man van ongeveer 1,70m, zonder tanden – werd tussen 331 en 350 na Christus begraven. Hij ligt samen met andere leden van de koninklijke familie in wat de eerste van drie bijzondere begraafplaatsen bleek te zijn.
Caracol onthult band tussen Maya’s en Teotihuacan
Tussen de grafgiften troffen de archeologen niet alleen objecten uit Belize zelf aan, maar ook duidelijke import uit Centraal-Mexico – onder andere twee enorme messen, zes speerpunten en maar liefst vijftien groene obsidiaanbladen uit Pachuca, vlakbij het beroemde Teotihuacan. Naast deze wapens zijn er keramische vazen gevonden die waarschijnlijk ook uit Mexico komen. Het toont letterlijk (oeps, lette even niet op m’n stijl) aan hoe wijdvertakt het netwerk van deze Maya’s was.
Een derde graf, in 2009 gevonden in een naastgelegen gebouw, bevatte het lichaam van een vrouw. Haar begraafplaats was rijk bedekt met hematiet (ijzererts), sieraden, spiegelfragmenten en – opvallend detail – schelpen uit de Stille Oceaan. De middeleeuwse postbode uit Alkmaar had hier nog wat van kunnen leren.
De drie graven zijn allemaal te dateren rond 350 na Christus. En dat is bijzonder: deze tijd ligt ruim een generatie vóór het moment waarop Teotihuacan officieel opduikt in Maya-monumenten. Dit betekent dat de koninklijke familie van Caracol al actief contacten onderhield met de machtige steden uit wat nu Mexico is, ruim voordat het schriftelijke bewijs daarvoor opdook. Volgens de onderzoekers: “Deze vondsten bevestigen dat de vroege Maya-heersers al nauwe banden onderhielden met andere Meso-Amerikaanse regio’s.”
Hoe kwamen zij daar? Met de auto doe je tegenwoordig ruim 23 uur over de 1500 kilometer tussen Caracol en Teotihuacan – zonder lunchpauze bij Van der Valk. Te voet? Minimaal 153 dagen ploeteren door het oerwoud, aldus de schatting van het team. En toch: uit de artefacten spreekt onmiskenbaar een intense en langdurige culturele uitwisseling. Zowel op religieus als op commercieel vlak.
Kortom, deze opgraving onthult niet alleen een koning, maar ook een tijdperk van internationale Maya-connecties waarvan de invloed tot ver buiten Centraal-Amerika reikte. Mocht u binnenkort een pubquiz organiseren in de Jordaan: weet dat de Maya’s van Caracol rond 350 na Christus al groothandel dreef met Mexico, en dat is net zo mindblowing als een vergeten Rembrandt op de zolder van het Rijksmuseum.